Nog te weinig werknemers krijgen volwaardige bijdrage van de werkgever.
Minister De Geus van SZW werkt aan een wetsvoorstel voor een verplichte werkgeversbijdrage voor kinderopvang per 1 januari 2007. De wet wordt ingevoerd als uit onderzoek blijkt dat te weinig werknemers beschikken over een ‘volwaardige’ regeling. Minimaal 90 procent van de werknemers moet in 2008 een volwaardige bijdrage kunnen krijgen. Als dat niet lukt, wordt de werkgeversbijdrage wettelijk verplicht.
De Wet kinderopvang gaat er vanuit dat ouders, de werkgever(s) van de ouders en de overheid gezamenlijk de kosten voor kinderopvang betalen. Werkgevers en vakbonden leggen in de CAO vast hoe de kosten voor de opvang worden verdeeld. Op 1 juli 2005 stonden in 91 procent van de grotere CAO’s en in 50 procent van de kleinere CAO’s afspraken over kinderopvang. Van de werknemers die niet onder een CAO vallen, heeft een kleine 40 procent een werkgeversbijdrage.
In totaal kan 69 procent van alle werknemers nu een beroep doen op een bijdrage voor de kinderopvang, maar deze vergoeding is volgens het ministerie van SZW niet altijd ‘volwaardig’. Een volwaardige regeling betekent dat een werknemer aanspraak moet kunnen maken op een vergoeding van ten minste een zesde deel van de kosten voor opvang van kinderen tot en met de basisschoolleeftijd.
Of de werkgeversbijdrage verplicht wordt, hangt af van de resultaten van een onderzoek naar de bijdragen van werkgevers aan de kosten voor kinderopvang. Onderzocht wordt hoeveel procent van de werknemers beroep kan doen op een volwaardige regeling.