Een ernstig arbeidsongeval is een drama voor het slachtoffer, de collega’s én de werkgever. Vooral in kleine bedrijven zijn er veel arbeidsongevallen, met name in de afvalverwerking, de bouw, industrie en landbouw, bosbouw en visserij. Dit zijn de sectoren waar veel risicovol werk voorkomt. Veel slachtoffers vielen van hoogte, of werkten met machines. Slachtoffers van een bedrijfsongeval zijn vaak jonge, onervaren, werknemers. Maar aan de andere kant zijn juist ook oudere werknemers nogal eens slachtoffer van een arbeidsongeval.
Bedrijven kunnen dan ook veel verbeteren waar het gaat om het voorkomen van arbeidsongevallen, concludeert de Inspectie SZW in de Monitor arbeidsongevallen 2020. Vorig jaar zijn er 3655 arbeidsongevallen bij de Inspectie SZW gemeld. De Inspectie neemt de conclusies uit de monitor mee bij onderzoeken in het komende jaar en gaat ook direct boetes uitdelen.
Relatief veel ongevallen gebeuren bij kleine bedrijven in de sectoren afvalverwerking, bouw, industrie en landbouw, bosbouw en visserij. Dit zijn ook sectoren waar veel risicovol werk voorkomt. Jongeren tussen 15 en 24 jaar zijn betrekkelijk vaak slachtoffer van ongelukken tijdens het werk, evenals werknemers van 55 jaar en ouder. Daarnaast zijn uitzendkrachten relatief vaak slachtoffer.
Ongeval omdat machine nog aan staat
Bij de ongevallen met een machine was meestal sprake van contact met bewegende delen van een machine. Dit heeft vaak ernstige gevolgen. Bij een aanzienlijk deel van de slachtoffers is sprake van blijvend letsel, zoals amputatie van vingers of handen. Slachtoffers van machineongevallen waren in ongeveer de helft van de gevallen de machine aan het bedienen, de andere helft was bezig met schoonmaak of onderhoud.
In dat laatste geval stond de machine vaak nog aan of standby, terwijl het slachtoffer dacht dat de machine uit stond. Veel voorkomende oorzaken van deze ongevallen zijn het betreden van de gevarenzone van de machine of mankementen aan de fysieke afscherming. In bijna de helft van de ongevallen was sprake van een combinatie van beide.
Ernstig letsel omdat ladder niet goed stond
Vallen van hoogte heeft meestal betrekking op vallen van een ladder, trapje of opstapje. Belangrijke oorzaken van het vallen van een ladder zijn het verliezen van de balans of het ontbreken van voldoende maatregelen. Zo was de ladder in veel gevallen niet goed beveiligd tegen wegschuiven of inklappen of was de ladder niet goed neergezet.
Net als bij machine-ongevallen wordt aan een combinatie van voorwaarden niet voldaan. Niet alleen werd er relatief vaak gewerkt op een ladder terwijl dit niet de bedoeling was, ook werd de ladder vaak niet veilig gebruikt. Slachtoffers die vallen van een dak, vloer of platform, lopen vaak ernstig letsel op. Vaak verloor het slachtoffer de balans bij het uitvoeren van een activiteit, gleed uit of struikelde. Ook ontbrak regelmatig de randbeveiliging. Vaak vallen zij van 2,5 meter of hoger. In een kwart van de bijna 100 ongevallen heeft dit geleid tot blijvend letsel bij het slachtoffer.
Risico’s inventariseren voorkomt ongevallen
Uit een analyse van de arbeidsongevallen in 2020 blijkt dat bedrijven diverse maatregelen hadden kunnen nemen die het risico op een ongeval kunnen beperken. Dat begint bij een goede inventarisatie van de gevaren op de werkvloer en een plan van aanpak om die te beperken of te vermijden: de zogenoemde Risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). Als het niet mogelijk is om maatregelen aan de bron te nemen, moeten bedrijven hun risico’s zoveel mogelijk beperken.
Dit kan door een veilige inrichting van de arbeidsplaats en het gebruik van collectieve of persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals vangnetten of veiligheidsgordels. De analyses van ongevallen laten zien dat ook hier zaken fout gaan. Zo ontbreekt regelmatig goede dakrandbeveiliging of fysieke afscherming bij machines.