Het was al uitgelekt, maar nu is zeker dat pensioenfondsen langer de tijd krijgen om te voldoen aan de financiële eisen. Daardoor hoeven de meeste fondsen die in financiële problemen zitten, in 2020 toch niet te korten op het pensioen van gepensioneerden en werknemers. Er is wel een grens waar fondsen niet onder mogen raken, want dan zijn kortingen alsnog nodig. Mogelijk worden 600 duizend mensen daardoor nog wel gekort op hun pensioen. Zonder de maatregel, zouden bijna 8 miljoen mensen te maken krijgen met het afstempelen van hun pensioen.
Deze maatregel staat in een brief die minister Koolmees (SZW) vanmiddag aan de Tweede Kamer stuurt.
Premies in 2020 niet verhogen
Pensioenfondsen zijn in de problemen gekomen door de lage rekenrente, maar ook omdat zij renterisico’s niet voldoende hebben afgedekt. Ook wordt vaak te weinig premie ingelegd om de pensioenen jarenlang uit te betalen. Dat heeft gevolgen voor de dekkingsgraad.
De pensioenpremies zouden eigenlijk omhoog moeten, met grote gevolgen voor de overige arbeidsvoorwaarden. Minister Koolmees vraagt werkgevers en vakbonden om de pensioenpremies in 2020 ongemoeid te laten, omdat de omstandigheden na de uitwerking van het pensioenakkoord anders kunnen uitpakken.
Drie voorwaarden
Aan de ministeriële regeling is een aantal eisen verbonden:
Rust en stabiliteit nodig
De huidige problemen onderstrepen volgens de minister het belang van een hervorming van het pensioenstelsel. De uitwerking van het pensioenakkoord heeft voor minister Koolmees daarom ‘de hoogste prioriteit’. Het jaar 2020 wordt daarmee echt het jaar van de waarheid. Dan moeten de meeste nieuwe regels uit het pensioenakkoord zijn ingevoerd. Het nieuwe pensioencontract kent minder zekerheid. Daarom hoeven geen grote buffers opgebouwd te worden en zullen pensioenen sneller een beetje worden verhoogd en verlaagd.
Koolmees: “Rust en stabiliteit zijn nodig om dat de komende periode goed te doen. Om die reden krijgen pensioenfondsen die in problemen verkeren onder voorwaarden langer de tijd om te voldoen aan de gestelde financiële eisen. Kortingen zijn daarmee volgend jaar naar verwachting voor een groot deel van de baan”
Buffer pensioenfondsen is kwetsbaar
Ook gezonde pensioenfondsen met een dekkingsgraad van 100 procent, moeten nu nog een buffer aanhouden om tegenvallers op te vangen (VEV, vereist eigen vermogen). Maar de financiële situatie van veel pensioenfondsen is op dit moment erg kwetsbaar. De gemiddelde dekkingsgraad staat nu op 100 procent en dat betekent dus dat de fondsen geen buffer meer hebben om tegenvallers op te vangen.
Fondsen die eind 2019 niet voldoen aan de eisen moeten een herstelplan inleveren bij De Nederlandsche Bank. Hierin moet worden aangegeven hoe het fonds binnen tien jaar weer voldoet aan de VEV-vereiste. Deze VEV-hersteltermijn wordt in 2020 tijdelijk verlengd van tien naar twaalf jaar. Daardoor zijn waarschijnlijk lagere kortingen nodig, of kunnen ze helemaal achterwege blijven. Maar garanties dat er helemaal nergens gekort gaat worden, zijn er dus niet. Dat verschilt per fonds en hangt ook af van de economische ontwikkelingen in de wereld.
Uitgesteld meetmoment tot 2020
Het vereist eigen vermogen kent een minimum van ongeveer 104,3 procent. Dit is het zogenoemde minimaal vereist eigen vermogen (MVEV). Pensioenfondsen die langer dan vijf jaar (zes meetmomenten) te weinig vermogen hebben, moeten maatregelen nemen. In het pensioenakkoord is, vooruitlopend op het nieuwe pensioencontract, afgesproken dat fondsen tijdelijk geen korting hoeven doorvoeren bij een dekkingsgraad onder de honderd procent.
Het kabinet stelt het eerstvolgende MVEV-meetmoment met één jaar uit. Pensioenfondsen die op 31 december 2019 voor het zesde meetmoment op rij een te lage dekkingsgraad hebben, hoeven daarom in 2020 nog geen korting door te voeren op grond van het zogenoemde minimaal vereist eigen vermogen.