Leerwerktraject lokt delegatie uit Chicago naar Bleiswijk
Amerikanen zien bij The Greenery dat werkend leren loont.
Amerikaanse beleidsmakers uit Chicago hebben bij veilingbedrijf
The Greenery gekeken hoe daar de ervaringen zijn met het werk-leer traject dat het bedrijf heeft ingevoerd. De praktijkgerichte aanpak van het werk-leer traject is in Amerika relatief onbekend, maar heeft wel interesse gewekt bij het Amerikaanse bedrijfsleven.
Dat de Amerikanen op studiereis zijn, komt door de Amerikaanse vestiging van KLM in Chicago. Het is daar erg lastig om gekwalificeerde logistiek medewerkers te werven. De KLM wees de beleidsmakers op de situatie in Nederland, waar de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven veel verder gevorderd is. De delegatie vertrok daarom naar Nederland om te leren van de ervaringen die hier zijn opgedaan bij de invoering van competentiegericht onderwijs.
Combinatie werken en leren
The Greenery leidt in Bleiswijk leerlingen op tot logistiek medewerker. Dat gebeurt in nauwe samenwerking met het Albeda college in Rotterdam. De opleiding is een combinatie van werken en leren: deelnemers aan de opleiding ontvangen niet alleen kinderbijslag of studiefinanciering; ze krijgen ook een salaris.
Wanneer de opleiding met succes is afgerond, betaalt The Greenery het lesgeld, boekengeld en de deelnemersbijdrage terug. Omdat de opleiding zo nauw aansluit bij de praktijk, is een baan na afloop van de opleiding volgens het bedrijf ‘zo goed als gegarandeerd’.
De leerlingen werken tijdens de opleiding op locatie in Bleiswijk. Ook de lessen en praktijkbegeleiding worden daar verzorgd door docenten van het Albeda College.
Bedrijf bepaalt lesstof
Volgens Sylvia Pors, HR Manager bij The Greenery, is het werk-leer traject uniek omdat The Greenery de inhoud van de lesstof goeddeels zelf bepaalt. Het bedrijf stelt vast welke competenties en kennis noodzakelijk zijn voor het goed kunnen functioneren in het logistieke proces. Het Albeda college verzorgt op die basis de lessen en de praktijkbegeleiding.
Opvallend is dat de leerlingen tijdens piektijden veel meer praktijkuren hebben en de hoeveelheid lessen dan tot een minimum beperkt worden. ‘Zo kunnen de leerlingen leren hoe het is om als volwaardige collega’s mee te draaien’, stelt Pors.