De loonkosten per gewerkt uur zijn in 2013 met 3,1 procent gestegen, meldt het CBS. Dit is de grootste stijging sinds 2008. Vooral in de financiële sector zijn de loonkosten enorm toegenomen doordat pensioenen zijn gerepareerd, maar ook omdat de brutolonen daar weer sterk stijgen.
De totale loonkosten bedroegen in 2013 ruim 323 miljard euro. Hiervan heeft 78 procent betrekking op brutolonen, inclusief overwerk, bijzondere beloningen en bonussen. Daarbovenop komen de werkgeverspremies voor pensioen, arbeidsongeschiktheid, werkloosheid, de Zorgverzekeringswet en de eindheffingen.
Flinke verschillen per bedrijfstak
De stijging van de loonkosten per gewerkt uur liep sterk uiteen naar bedrijfstak. Terwijl ze in de financiële dienstverlening met 8,8 procent toenamen, bleef de stijging in het onderwijs steken op 0,2 procent.
Ontwikkeling loonkosten per gewerkt uur naar bedrijfstak, 2013
De hoge stijging van de loonkosten per gewerkt uur bij financiële instellingen komt deels doordat enkele grote banken extra stortingen deden voor pensioenen. Maar daarnaast namen ook de brutolonen in deze bedrijfstak in 2013 meer toe (5,4 procent) dan het gemiddelde van 2,4 procent.
Veranderingen in personeelsbestand
De stijging in de gemiddelde loonkosten is voor een deel het gevolg van veranderingen in de samenstelling van het personeelsbestand, bijvoorbeeld doordat mensen instromen of met pensioen gaan.
Als gecorrigeerd wordt voor die veranderingen, komt de zuivere stijging van de loonkosten per gewerkt uur in 2013 op 2,5 procent uit. Dit is de stijging van de prijs van arbeid. Het verschil met de gemiddelde stijging van de loonkosten per gewerkt uur is het zogeheten structuureffect, dat in 2013 op 0,6 procent uitkwam, en dat de invloed van de veranderende samenstelling van het personeel weergeeft.
Loonkosten per uur in tien jaar met een kwart gestegen
Tussen 2003 en 2013 zijn de loonkosten per gewerkt uur in Nederland met 27 procent gestegen. Het structuureffect, ontstaan doordat het aandeel oudere werknemers en hoger opgeleide werknemers toenam, was goed voor bijna 6 procent. De prijs van arbeid steeg met 20,5 procent. Ter vergelijking, in dezelfde periode bedroeg de inflatie 19,5 procent.
In de periode 2003-2013 stegen de loonkosten met gemiddeld 2,4 procent per jaar. Direct na het begin van de economische crisis in 2008 werd de loonstijging gematigd. De prijsindex van arbeid nam de afgelopen jaren weer toe, ondanks de slechte situatie op de arbeidsmarkt. Dit is voor een belangrijk deel het gevolg van de gestegen werkgeverspremies voor pensioenen.
Meer banen, minder gewerkte uren
In 2013 lag het aantal banen van werknemers bijna 3 procent hoger dan in 2003. Maar doordat er gemiddeld per baan minder gewerkt werd, bleef het totaal aantal gewerkte uren van werknemers bijna gelijk. Werknemers werkten in 2013 in het totaal bijna 9,8 miljard uur, slechts 0,2 procent meer dan in 2003.