Combinatie school en leerbedrijf voor hoger salaris.

Leerlingen die met een mbo-diploma hun opleiding verlaten, maken goede kans op een baan. Van de afgestudeerden die in de zomer van 2005 hun opleiding verlieten, had 87 procent eind september 2005 betaald werk. Dat staat in het Jaarboek onderwijs in cijfers 2009 van het CBS.

Mbo-ers met een diploma op een hoger niveau hadden vaker werk en hogere inkomsten dan gediplomeerden op een lager niveau. Een afstudeerrichting via de beroepsbegeleidende leerweg biedt een grotere kans op werk, met een hoger salaris, dan de voltijd beroepsopleidende leerweg.

In de beroepsbegeleidende leerweg zijn de leerlingen meestal in loondienst van een leerbedrijf; daarnaast gaan ze enkele dagen in de week naar school. Ook in de voltijd beroepsopleidende leerweg wordt praktijk gecombineerd met theorie. Maar dat gebeurt dan in de vorm van stages, voor ongeveer 20 tot 60 procent van de tijd.

Mannen verdienen meer
Geslaagden vanuit de beroepsbegeleidende leerweg zijn gemiddeld zeven jaar ouder dan de studenten die een voltijdstudie doen. Dat vertaalt zich ook in het salaris: eind september 2005 verdiende de eerste groep gemiddeld 2000 euro per maand. Geslaagden vanuit de voltijd beroepsopleidende leerweg kregen maar 1300 euro.

Mannelijke mbo-gediplomeerde schoolverlaters verdienden in september 2005 gemiddeld 200 euro meer dan vrouwelijke gediplomeerden. Hier speelt mee dat mannen vaker technische mbo-diploma’s hebben. Vrouwen halen diploma's in de sector economie en in de sector zorg en welzijn. Daar liggen de lonen lager.

Hoger diplomaniveau loont
Hogere diploma’s leiden ook tot hogere verdiensten. Het verschil tussen het laagste en het hoogste mbo-niveau kan oplopen tot vierhonderd euro per maand meer salaris.