Meer geld dan je op kan maken: allerrijksten dragen in Nederland niet de zwaarste lasten

Nederlanders betalen belasting over hun inkomen, over wat ze kopen (door de BTW) en soms ook nog door andere accijnzen, zoals op brandstof. Daarnaast betalen werkende Nederlanders ook nog eens sociale premies, die van hun bruto inkomen afgaan. De rijken betalen zo voor de armen, denken we. Maar de belastingdruk blijkt in Nederland niet zo eerlijk verdeeld. Zo betalen de 1 procent allerrijksten, naar verhouding veel minder belasting dan de huishoudens met een midden of lager inkomen. De sterkste schouders, dragen in Nederland dus helemaal niet de zwaarste lasten.

Dit blijkt uit het onderzoek ‘Ongelijkheid en herverdeling’ van het Centraal Planbureau in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek, dat op 25 maart is verschenen. Voor het eerst gebruiken de onderzoekers hierbij een breder inkomensbegrip, zodat ook vermogenswinsten en winsten uit ondernemingen worden meegenomen. Hierdoor is meer zicht ontstaan op de absolute top van de inkomensverdeling.

De overheid verdeelt het geld
Nederland is een egalitaire samenleving, waarbij we de inkomensverschillen niet te ver uiteen laten lopen. De overheid verdeelt hiervoor belastinggeld dat is opgehaald bij werkende Nederlanders, onder de mensen die dat nodig hebben. Dat gebeurt bijvoorbeeld met bijstandsuitkeringen en met toeslagen voor mensen die weinig verdienen.

Het geld dat de overheid verdeelt komt binnen door directe belastingen, maar ook door indirecte belastingen, zoals accijns en BTW. Verder doet de overheid natuurlijk uitgaven aan bijvoorbeeld onderwijs en zorg, waarvan de bevolking weer profiteert. Vooral de lagere inkomens profiteren van die herverdeling van de collectieve uitgaven. Hierdoor ontvangen zij een groter stuk van het nationaal inkomen dan de rijksten, want hun aandeel gaat door de herverdeling juist iets omlaag. Maar daar staat tegenover dat zowel de lage- als de middeninkomens naar verhouding weer een groter deel van hun inkomen kwijt raken aan indirecte belastingen. Dat geldt voor rijke huishoudens veel minder.

De allerrijksten betalen minder belasting
De onderzoekers van het CBS en het CPB konden voor deze studie gebruik maken van meer inkomensgegevens, zoals de inkomens uit kapitaal en vermogen. Hierdoor is het zicht op de absolute top van de inkomensverdeling verbeterd. Uit het onderzoek blijkt nu dat de allersterkste schouders niet de zwaarste lasten dragen.

Want de 1%  huishoudens met de hoogste inkomens, betalen gemiddeld minder belasting dan huishoudens die minder te besteden hebben. Dat komt doordat het inkomen van mensen met veel geld grotendeels bestaat uit kapitaalinkomen en ingehouden bedrijfswinsten. De belasting daarop is veel lager dan de loonbelasting en premies die werknemers op hun loonstrookje zien staan. Weliswaar worden de belastingen steeds hoger wanneer je meer verdient, maar dat geldt niet voor de premies voor de sociale zekerheid: daar zit een maximum aan. Per saldo betalen de rijksten dus een kleiner aandeel van hun inkomen aan belastingen en premies.

Veel geld, dus minder consumptie
Je kunt zoveel geld hebben, dat het niet op kan. Dat is vaak ook het geval voor mensen met een hoog inkomen. Ze geven een kleiner deel van hun inkomen uit aan consumentengoederen dan huishoudens met lagere inkomens. Hierdoor betalen ze relatief ook weer minder BTW en andere consumentenbelastingen dan mensen met een lager inkomen. Daarmee wordt de belastingdruk voor de allerrijksten relatief dus ook weer lager.

MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 445 exclusieve vakartikelen en 301 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?