Miljoen mensen die niet willen werken.

Voor het eerst sinds vier jaar is het aantal voltijdwerkers weer toegenomen, ook onder vrouwen. Er zijn nu weer evenveel voltijdwerkers als in 1996. Tegelijkertijd zit een miljoen mensen vrijwillig thuis, vooral in de provincie. De mensen in deze groep, vooral vrouwen, kunnen wel werken, maar willen niet. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.

Na enkele jaren van afnemende werkgelegenheid groeide de werkzame beroepsbevolking weer met 155 duizend tot bijna 7,1 miljoen personen. Het aantal mensen dat in voltijd werkt (35 uur of meer per week) is ook gestegen. Met bijna 4,5 miljoen voltijdwerkers in 2006 is het niveau vergelijkbaar met dat in 1996.

Naast het groeiend leger voltijdwerkers, neemt ook nog steeds het aantal mensen met een deeltijdbaan toe. In totaal waren er ruim 2,6 miljoen personen die tussen de 12 en 34 uur per week werkten. Ook hun aantal groeide gestaag in de afgelopen tien jaar, zelfs toen de werkgelegenheid de afgelopen jaren afnam.

Vrouwen in voltijd
Bijzonder is de ontwikkeling dat meer vrouwen in voltijd werken. In 2006 werkten ruim 4 procent meer vrouwen in voltijd dan het jaar daarvoor. Deze groei was sterker dan de groei van het aantal deeltijdwerkers (3 procent). Maar ondanks deze groei, is nog steeds minder dan een kwart van de voltijdwerkers in Nederland vrouw.

Het aantal voltijdwerkers met een vast contract is in 2006 voor het eerst in vier jaar licht gegroeid. Het aantal voltijdwerkers met een flexibel contract begon al in 2004 weer te groeien, evenals het aantal zelfstandigen.

Niet werkenden in de provincie
In 2005 waren er een miljoen mensen die wel konden, maar niet wilden werken. Deze mensen wonen voornamelijk buiten de grote steden. Het aantal van deze ‘vrijwillig inactieven’ is in de afgelopen jaren wel fors gedaald, van 1,35 miljoen in 2000 tot 970 duizend in 2005.

De groep vrijwillig inactieven bestaat voornamelijk uit vrouwen, ouderen en lager opgeleiden. Verder is van niet-westerse allochtonen een groter deel vrijwillig inactief dan van autochtonen en westerse allochtonen, met uitzondering van de Surinamers en Antillianen.