Slecht 31 procent van alle technisch opgeleide vrouwen werkt momenteel nog in de techniek. De overige 69 procent stroomt het vaakst uit naar de R&D (14%) en naar administratieve functies (11%).
Dat concludeert adviesbureau Intelligence Group uit gegevens van het Arbeidsmarkt GedragsOnderzoek (AGO). In vergelijking tot de mannen zijn er relatief weinig vrouwen die na hun 40ste nog in de techniek werken. Van alle technisch opgeleide mannen, werkt momenteel nog 54 procent in een technisch beroep.
Hoger opgeleid
De vrouwen die momenteel nog in de techniek werken zijn vaker hoogopgeleid dan mannelijke technici. Van alle mannelijke technici heeft 21 procent een hbo-diploma en 5 procent een universitaire opleiding afgerond.
Bij de vrouwen ligt dat percentage een stuk hoger. Hiervan heeft 41 procent een technische hbo-opleiding afgerond en 14 procent een master behaald. De interesses binnen techniek verschillen sterk tussen mannen en vrouwen. Bij mannen zijn elektro- en metaaltechniek veel populairder dan bij vrouwen. Vrouwen kiezen daarentegen verhoudingsgewijs vaker voor laboratoriumtechniek of chemische technologie.
Een derde wil terug
Ruim een derde van de vrouwen die niet meer werkt in de techniek, vindt het nog steeds aantrekkelijk om in de techniek te werken. Maar er lijkt echter een barrière te zijn die ze daarvan weerhoudt.
Van de Nederlandse technici die werkzaam zijn in loondienst is slechts 5 procent vrouw. Daardoor is de technische wereld een zeer masculiene werkomgeving. Dit kan invloed hebben op de hoge uitstroom van vrouwen uit de techniek en wellicht de instroom ervan beperken.
Andere arbeidsvoorwaarden
Uit het onderzoek blijkt dat vrouwelijke technici sterk van mannelijke technici verschillen. Het is aannemelijk dat dit op arbeidsvoorwaardelijk vlak ook het geval is. Wellicht wordt door het hoge masculiene gehalte onvoldoende rekening gehouden met de arbeidsvoorwaardelijke wensen van vrouwelijke technici en willen ze daarom niet in de techniek (blijven) werken, denkt Intelligence Group.
‘Gezien de functies waarin de vrouwelijke technici uitstromen (R&D en administratief) lijkt dit een logische verklaring omdat de vrouwen daar veel dominanter in vertegenwoordigd zijn’, stelt Martin Hendriks, arbeidsmarktonderzoeker van het adviesbureau.