Wat gaat de toekomst brengen? Een flitsende carrière en veel geld verdienen, of eerst en vooral een gelukkig gezinsleven? Omdat er minder werk komt, moeten we leren gelukkiger te zijn met minder geld. Want als we het beschikbare werk eerlijker verdelen, zullen we geluk moeten zoeken in andere dingen.
Dat stelt trendwatcher Adjiedj Bakas, die voorziet dat we in de toekomst toegroeien naar een basisinkomen voor iedereen. We zullen dan ook meer de handen voor elkaar uit de mouwen moeten steken, waarbij we arbeid en diensten vaker gaan ruilen.
Minder werk, lager inkomen
Bakas denkt dat er minder betaald werk zal zijn. Nieuwe ict-toepassingen en robots zullen namelijk werk overnemen en verdringen. Verder zullen er minder vaste arbeidscontracten zijn (van 55% in 2012 naar nog slechts 35% in 2022). Als gevolg daarvan gaan mensen vaker 'hosselend' door het leven (zoals Personeelslog al in 2010 voorspelde). Daardoor gaan ze via allerhande losse klusjes hun inkomen bij elkaar scharrelen. De overheid treedt verder terug, waardoor er meer onbetaald werk voor burgers overblijft.
Wie nu nog een middeninkomen verdient, kan veel minder gaan verdienen en dat kan voor sociale onrust zorgen. De meeste banen gaan namelijk verloren in de middenklasse. Bakas pleit daarom voor een basisinkomen voor alle Nederlanders. Dat wordt betaalbaar omdat de overheid steeds minder taken gaat uitvoeren en meer overlaat aan de burgers. Ook pleit Bakas voor een ‘tech-taks’, waarmee belasting wordt geheven op robots, supercomputers, arbeidsbesparende softwareprogramma's en andere IT-gerelateerde productiemethoden. Deze nieuwe belastingen moeten voor een belangrijk deel de opvolger van de verzorgingsstaat financieren.
Rondkomen van een laag basisinkomen?
Omdat er minder geld omgaat in de economie, zal het basisinkomen beslist geen vetpot zijn. Maar Nederlanders kunnen er toch mee rondkomen omdat ze gaan besparen, bijvoorbeeld door werk dat voordien werd uitbesteed, nu zelf te gaan doen. Verder wordt wonen goedkoper, omdat huizen energieneutraal worden.
In plaats van spullen en diensten te kopen, zal een ruil- en deeleconomie ontstaan waaraan geen geld meer te pas komt. Daarin ruilen een advocaat en een bouwvakker bijvoorbeeld een juridische dienst tegen een bouwklus. Ook gaan we auto’s vaker delend, in plaats particulier aanschaffen. We worden aardiger tegen elkaar, omdat we ook meer van familie en vrienden afhankelijk worden. Waar mogelijk pakken we de samenwerking professioneler aan, zoals in coöperaties.
Minder geld, maar meer geluk
We gaan onze ambities en toekomstverwachtingen meer afwegen tegen ons geluk. Bakas ziet nu al dat jongeren niet kiezen voor status en inkomen maar voor geluk. Dat blijkt ook uit onderzoek waarin Nederlandse jongeren (tussen 10 en 29 jaar) zeggen dat ze geen flitsende carrière of veel geld ambiëren, maar eerst en vooral een gelukkig gezinsleven.