Het minimumloongaat op 1 januari 2023 in één keer met 178,20 euro omhoog en komt daarmee uit op 1934,40 bruto per maand. De uitzonderlijke stijging van 10,15 procent is afgekondigd op Prinsjesdag en is veel groter dan de loonstijging in de afgelopen jaren. Met de extra verhoging, wil het kabinet werken lonender maken. Tegelijk met het minimumloon, gaan uitkeringen en aow ook omhoog.
Het Wettelijk minimumloon (WML) wordt normaal gesproken twee keer per jaar aangepast aan de contractloonstijging. Maar het kabinet besluit nu tot een extra verhoging van het WML, voor het eerst sinds 1969.
Omdat het sneller gaat, is de aanpassing van het minimumloon op 3 oktober vastgelegd in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) in plaats van een wetswijziging. Daardoor kunnen ook alle gekoppelde uitkeringen direct meestijgen, zoals de bijstand, de Wajong en de aow.
Perspectief bieden
Vanwege de uitzonderlijk hoge inflatie en de gevolgen daarvan op het besteedbaar inkomen van Nederlanders, heeft het kabinet op Prinsjesdag besloten om het minimumloon in één keer te verhogen. Dat is nodig om mensen met lagere en midden inkomens perspectief te bieden en ze weerbaarder te maken tegen (eventuele) financiële tegenslagen. Het kabinet verwacht dat er een overloopeffect zal zijn, waardoor ook werknemers met een inkomen vlak boven het minimumloon profijt van zullen hebben van de stijging van het WML.
De stijging met 10,15 procent is een optelsom van een bijzondere verhoging met 8,05% plus de reguliere halfjaarlijkse indexatie, op basis van de contractloonstijging. Daardoor komt het minimumloonbedrag nu per 1 januari 2023 uit op €12,40 bruto per uur bij een 36-urige werkweek.
Wettelijk minimumloonbedrag per uur in 2024
Het minimumloon wordt momenteel alleen per maand vastgesteld. Daarom heeft een werknemer die nu 40 uur per week werkt, een lager minimumuurloon dan iemand die 36 uur per week werkt. Om dit te veranderen dienden de PvdA en GroenLinks eerder een initiatiefwetsvoorstel in voor een wettelijk minimumuurloon.
Dit voorstel is recent door de Tweede Kamer aangenomen, waardoor zal er vanaf 2024 sprake zal zijn van dat wettelijke minimumuurloon. Daarmee is het minimuurloon vanaf dat moment voor iedereen gelijk, ongeacht de lengte van de werkweek.
Wettelijk minimumloon en wettelijk minimumjeugdloon per 1 januari 2023, in euro
Leeftijd |
Staffeling |
Per maand |
Per week |
Per dag |
---|---|---|---|---|
21 jaar en ouder |
100% |
1.934,40 |
446,40 |
89,28 |
20 jaar |
80% |
1.547,50 |
357,10 |
71,42 |
19 jaar |
60% |
1.160,65 |
267,85 |
53,57 |
18 jaar |
50% |
967,20 |
223,20 |
44,64 |
17 jaar |
39,5% |
764,10 |
176,35 |
35,27 |
16 jaar |
34,5% |
667,35 |
154,00 |
30,80 |
15 jaar |
30% |
580,30 |
133,90 |
26,78 |
Wettelijk minimumjeugdloon voor leerlingen in de bbl per 1 januari 2023, in euro
Leeftijd |
Staffeling BBL |
Per maand |
Per week |
Per dag |
---|---|---|---|---|
20 jaar |
61,50% |
1.189,65 |
274,55 |
54,91 |
19 jaar |
52,50% |
1.015,55 |
234,35 |
46,87 |
18 jaar |
45,50% |
880,15 |
203,10 |
40,62 |
Wettelijk minimumloon en wettelijk minimumjeugdloon afgeleid naar uur bij verschillende normale arbeidsduren per 1 januari 2023, in euro
Leeftijd |
36 uur per week |
38 uur per week |
40 uur per week |
---|---|---|---|
21 jaar en ouder |
12,40 |
11,75 |
11,16 |
20 jaar |
9,92 |
9,40 |
8,93 |
19 jaar |
7,45 |
7,05 |
6,70 |
18 jaar |
6,20 |
5,88 |
5,58 |
17 jaar |
4,90 |
4,65 |
4,41 |
16 jaar |
4,28 |
4,06 |
3,85 |
15 jaar |
3,72 |
3,53 |
3,35 |
Leeftijd |
36 uur per week |
38 uur per week |
40 uur per week |
---|---|---|---|
20 jaar |
7,63 |
7,23 |
6,87 |
19 jaar |
6,51 |
6,17 |
5,86 |
18 jaar |
5,65 |
5,35 |
5,08 |