Ministeries gaan door met gezamenlijk Hr-servicecentrum
P-Direkt moet in 2011 helemaal functioneren.
Door de personeelsregistratie en salarisadministratie voor alle ministeries (behalve Defensie) samen te voegen, bespaart het Rijk 280 miljoen euro. De ministerraad heeft daarom besloten om door te gaan met de oprichting van het servicecentrum voor personeelszaken, P-Direkt. Het HR-servicecentrum moet in 2011 gereed zijn, vijf jaar na de oorspronkelijke planning.
Het is de bedoeling dat P-direkt vanaf twee plaatsen de gegevens van salaris, personeelsdossiers, verlof, ziekte, financiële vergoedingen én formatie- en organisatiegegevens verwerkt en beheert. Tot nu toe doen alle afzonderlijke organisaties dat (voor een deel) zelf, met elk hun eigen soft- en hardware.
Moeizaam proces
De oprichting van het rijksbrede shared service center voor personeelszaken is een moeizaam proces geweest. Het ministerie van Binnenlandse Zaken vermeldt zelf dat de eerste fase in 2007 inging. Maar daar gingen in werkelijkheid al heel wat jaren aan vooraf. Toen liep de opdracht om de automatisering van de ministeries samen te voegen, totaal spaak.
Deskundigen oordeelden destijds dat het samenvoegen van alle automatiseringssystemen en het toevoegen van allerlei extra mogelijkheden, een onmogelijke opdracht was. Door de vele eisen die de ministeries stelden aan de automatisering, trokken bijna alle geïnteresseerde leveranciers hun offertes in. Het toenmalige kabinet besloot toch met P-Direkt te beginnen.
In oktober 2005 was een partij gevonden die de automatisering toch wilde uitvoeren. Het Rijk en een consortium onder leiding van IBM waren tot een overeenkomst gekomen. Maar één dag voordat het definitieve contract zou worden getekend, werd plotseling de scheiding tussen beide partners uitgesproken. Er bleken toch te veel onzekerheden. Toen was er al ruim 20 miljoen euro aan het project uitgegeven.
Zelfbedieningsportaal invoeren
Inmiddels is het project toch een stuk verder gekomen. Zo is het rijks-personeelsysteem bij vijf ministeries in gebruik genomen. Alle P-dossiers zijn gedigitaliseerd en de rijks-salarisservice voor 118.000 ambtenaren werkt.
Verder is het zelfbedieningsportaal voor het afhandelen van administratieve HR-zaken ontwikkeld. De organisatie van P-Direkt ondersteunt de ministeries met de invoering van het portaal in hun eigen organisatie. Nu al heeft P-Direkt volgens het ministerie van Binnenlandse Zaken een besparing van 102 miljoen euro opgeleverd.
Tot 2001 wordt verder gewerkt aan het daadwerkelijk bundelen van de gebruikersondersteuning, die nu nog op de afzonderlijke ministeries plaatsvindt.
Eisen aan ICT-projecten
In dezelfde vergadering van de ministerraad waar het besluit viel over het voortzetten van P-Direkt, werden ook besluiten genomen over de eisen die het Rijk voortaan wil stellen aan grote ICT-projecten. Dat gebeurde naar aanleiding van rapporten van de Algemene Rekenkamer waarin ICT-projecten van het Rijk, waaronder P-Direkt, zijn doorgelicht.
Het kabinet heeft besloten dat voortaan eerst ‘mijlpalen en risico's in beeld worden gebracht’ bij de aanvang van een project. Ook moet zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van ‘eenduidige standaarden en architectuur’. De Tweede Kamer krijgt jaarlijks een overzicht van de planning en kostenoverschrijdingen van alle lopende, grote ICT-projecten.
Voldoen aan zelfopgelegde eisen
Nu is het nog zaak dat het Rijk zich aan deze nieuwe richtlijnen gaat houden. Dat lijkt vanzelfsprekend. Maar in 2007 constateerde de Algemene Rekenkamer nog dat het kabinet met P-Direkt was begonnen, terwijl het project ‘niet voldeed aan de eisen die het Rijk zichzelf had opgelegd’.