MKB doet weinig aan preventie ziekteverzuim
Verzuim is gebrek aan betrokkenheid, vinden werkgevers.
Driekwart van de MKB-ondernemers houdt zich niet of nauwelijks bezig met preventieve maatregelen om ziekteverzuim terug te dringen, terwijl 59 procent zich daar wel zorgen over maakt. Als er wel aandacht voor ziekteverzuim is, lijkt die voornamelijk gericht op de mentale gezondheid van medewerkers. Want iets meer dan de helft van de ondernemers gelooft dat ziekteverzuim vooral door gebrek aan motivatie of betrokkenheid komt.
Dat blijkt uit onafhankelijk onderzoek dat in opdracht van verzekeraar
Fortis ASR is uitgevoerd onder 500 ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf.
Hoewel zes van de tien werkgevers zich zorgen maakt over de gevolgen van ziekteverzuim (zoals productieverlies en bedrijfsuitval), heeft 70 procent zich niet verzekerd voor loondoorbetaling bij uitval of verzuim.
Gezonde mensen aannemen
De ondernemers proberen verzuim wel voor te blijven door ‘gezonde’ mensen aan te nemen. Vier op de tien kleine ondernemers schat bij het aannemen van personeel in of de sollicitant wel gezond is.
Een op de tien ondernemers ergert zich aan een ongezonde levensstijl van personeelsleden. Werknemers die op maandagochtend verzuimen, zijn daarbij ergernis nummer één.
Geen preventief beleid
Ondanks de focus op gezondheid, wordt sporten maar mondjesmaat aangemoedigd. Volgens 44 procent van de ondernemers leidt sport voornamelijk tot blessures en ziekteverzuim.
Meer dan een derde (37 procent) vindt een preventief verzuimbeleid waarbij fitnessabonnementen worden aangeboden bovendien niet haalbaar. Bijna de helft is van mening dat verzuimbeleid alleen kans van slagen heeft bij grotere organisaties.
Gezonde levensstijl stimuleren
Het stimuleren van een gezonde levensstijl draagt bij aan een verhoging van de productiviteit en werktevredenheid. Daardoor vallen personeelsleden minder vaak uit door verzuim. Maar slechts 17 procent van de MKB-ondernemers doet hier wat aan.
De maatregelen die MKB-ers wel treffen tegen verzuim, blijken aan de magere kant. Ze richten op 'het uiten van waardering naar de medewerkers' (33 procent) en 'aandacht voor een gezonde werkplek' (25 procent).