Bij ruim de helft van de paren met jonge kinderen werkt één partner voltijd en de andere deeltijd. In 1996 was dat nog maar het geval bij een derde van de paren met jonge kinderen. Moeders zijn sinds die tijd 8 uur per week meer gaan werken, meldt het CBS.
In 2012 waren er ruim 1,2 miljoen paren met thuiswonende kinderen onder de twaalf jaar. De anderhalfverdieners, waarbij de ene partner voltijd en de andere deeltijd werkt, waren met 54 procent het meest voorkomende verdienerstype.
Paren met kinderen onder twaalf jaar naar verdienerstype, 2012
Bij bijna een kwart van de paren met jonge kinderen is de arbeidsparticipatie traditioneler. Daar werkt één partner voltijd (35 uur of meer per week) en blijft de andere partner thuis.
Aandeel anderhalfverdieners laatste jaren gelijk gebleven
Het aandeel anderhalfverdieners is door de ongunstige conjunctuur sinds 2008 nauwelijks veranderd. In de periode daarvoor namen de anderhalfverdieners nog sterk toe: van 31 procent in 1996 naar 54 procent in 2008. De stijging was minder sterk in de periode tussen 2000 en 2004, toen de economie zich ook minder voorspoedig ontwikkelde.
MIS NIKS MEER: Schrijf je hier in voor onze gratis nieuwsbrief
Het aandeel paren met slechts één werkzame persoon in een voltijdbaan is voortdurend afgenomen: van 52 procent in 1996 naar 23 procent in 2012. De laatste jaren is deze afname wel minder sterk geworden. Het aandeel paren waarvan beide partners voltijd werken is sinds 1996 gestegen van 4 naar 8 procent.
Moeders werken meer sinds 1996
Ook het totaal aantal arbeidsuren per week is bij paren met jonge kinderen sinds 2008 gelijk gebleven. In 2012 werkten zij samen gemiddeld 57 uur per week. Zij besteden tegenwoordig wel meer uren aan betaald werk dan medio jaren negentig. In 1996 werkten paren met jonge kinderen nog 49 uur. Deze toename met een werkdag per week kwam volledig voor rekening van de moeders, meldt het CBS.