De nieuwe regels voor flexcontracten gaan waarschijnlijk een jaar later in: niet al op 1 juli dit jaar, maar pas een jaar later op 1 juli 2015. Dat is een toezegging die minister Lodewijk Asscher (SZW) heeft gedaan bij de behandeling in de Tweede Kamer van zijn voorstel voor de Wet Werk en Zekerheid (WWZ).
De oppositiepartijen hadden al de nodige kritiek op de snelle invoering van de nieuwe flexregels waarbij mensen met een tijdelijk contract al binnen twee jaar recht krijgen op een vaste baan. Deze partijen vrezen dat flexwerkers helemaal niet sneller een contract voor onbepaalde tijd krijgen, maar gewoon eerder zonder werk komen te zitten.
Uitstel tot 1 juli 2015
Tijdens de Kamerbehandeling bleken ook regeringspartij VVD en gedoogpartij D66 aan te sturen op uitstel van de nieuwe flexregels. Zij hopen dat de economie het komende jaar verder aantrekt en de invoering van de nieuwe regels volgend jaar in de praktijk op minder bezwaren zal stuiten. Als op 1 juli 2015 de nieuwe flexregels wel van kracht worden, zullen deze dan netjes samenlopen met de invoering van het nieuwe ontslagrecht.
Minister Asscher liet weten dat hij het niet noodzakelijk vindt om de hervorming van de flexregels uit te stellen, maar dat hij ‘hierover het oordeel laat aan de Tweede Kamer’. De verwachting is daarom dat de invoering van de nieuwe flexregels uit de WWZ met een jaar worden uitgesteld. Mogelijk wordt de nieuwe langere tussenpoos tussen twee contracten (van drie naar zes maanden) wèl al op 1 juli 2014 ingevoerd.
Sociale partners blijven invoering WWZ steunen
Opvallend is dat zowel de werkgeversorganisaties als de vakcentrales de invoering van de WWZ (inclusief de flexregels) onverkort steunen. De nieuwe regels zijn dan ook onderdeel van het sociaal akkoord dat de sociale partners vorig jaar met het kabinet sloten.
CNV-voorzitter Maurice Limmen heeft al laten weten dat het sociaal akkoord ‘geen keuzemenu is waar je zo maar steentjes tussenuit kunt halen’. De vrees bij de sociale partners is dat er zo veel punten door de politiek worden gewijzigd, dat er alleen nog onderdelen overblijven waar geen van de sociale partners nog voordelen van zien.