Volgens het CPB is de arbeidsmarkt voor bètas is niet overspannen.
Volgens het Centraal planbureau (CPB) zijn er in Nederland ruim voldoende technisch opgeleide medewerkers te vinden. Het aantal vacatures, de hoogte van de lonen en de mate van arbeidsparticipatie van bètas, wijzen niet op schaarste. De helft van de technische studenten komt bovendien niet in de Research & Development (R&D) terecht, zodat het onnodig lijkt om meer studenten te stimuleren om een technische opleiding te volgen.
In internationale vergelijkingen scoort Nederland relatief laag wat het niveau van R&D-uitgaven betreft. Ook het aandeel afgestudeerde bèta’s is hier internationaal gezien laag.
Veel studies laten zien dat R&D ook de productiviteit in andere sectoren van de economie kan laten stijgen. Maar het stimuleren van R&D door het bevorderen van deelname aan technische studies, lijkt weinig effectief. Het is volgens het CPB beter om directe subsidie aan bedrijven te geven. Voorwaarde is dan wel dat een geloofwaardige evaluatie mogelijk is.
Technici niet beter betaald
Een tekort aan bèta’s kan op verschillende manieren zichtbaar worden op de arbeidsmarkt. Bijvoorbeeld doordat hun lonen hoog zijn vergeleken met andere afgestudeerden. Ook zouden er relatief veel vacatures voor bèta’s moeten zijn omdat bedrijven geen geschikte kandidaten kunnen vinden. Daarnaast zou de werkloosheid onder bèta’s lager moeten zijn dan onder andere afgestudeerden. Bovendien zouden technici meer en langer moeten werken dan andere werknemers, vanwege de enorme vraag. Naar nu blijkt, gaat geen van deze veronderstellingen op in Nederland.
Zo is de beloning van bèta’s sinds 1996 achtergebleven bij die van alle andere hoger opgeleiden. De arbeidsparticipatie van bèta’s is lager dan die van andere hoger opgeleiden en de werkloosheid onder bèta’s is hoger; daarbij is de positie van bèta’s sinds 1992 verslechterd. Het aantal vacatures voor bèta’s is vergelijkbaar met die van andere hoger opgeleiden maar lager dan die van afgestudeerden in economische opleidingen. Het beeld voor het aantal gewerkte uren is gemengd: universitair afgestudeerde bèta’s werken minder dan andere hoger opgeleiden, maar bèta’s met een hbo-opleiding werken gemiddeld meer uren.
Vraag internationaal bepaald
De markt voor R&D en de arbeidsmarkt voor bèta’s worden in toenemende mate internationaal. Bedrijven hebben hierdoor toegang tot het internationale aanbod van bèta’s en kunnen activiteiten verplaatsen naar andere landen. Door de internationalisering kan het loon van bèta’s steeds meer bepaald worden door de internationale vraag- en aanbod.
Omdat de vraag internationaal lager is dan in andere segmenten van de Nederlandse arbeidsmarkt, zal het moeilijk zijn voor werkgevers om Nederlandse bèta’s te vinden. Voor bèta’s kan het dan aantrekkelijker zijn om in andere sectoren aan de slag te gaan. Overigens kunnen deze algemene bevindingen voor enkele specifieke technische functies anders zijn, bijvoorbeeld omdat daar wel een tekort is.