Zeven van de tien Nederlandse jongeren verwachten moeilijk of geen voltijdbaan te kunnen vinden na afronding van de studie. Daarmee schatten ze hun kansen op de arbeidsmarkt net zo laag in als Spaanse jongeren. Opvallend, want de jeugdwerkloosheid is hier wel hoog, maar toch écht veel lager dan in Spanje.
Dat blijkt uit onderzoek van StudentJob, de internationale zusteronderneming van uitzendorganisatie StudentenWerk. Het onderzoek werd afgenomen onder 4.172 jongeren in zes Europese landen.
Angst van jongeren buiten proportie
De angst van Nederlandse jongeren om werkloos te worden lijkt buiten proportie, aangezien de jeugdwerkloosheid hier veel lager is dan in Spanje. Volgens cijfers van Eurostat (augustus 2013) behoort Nederland met 10,4 procent namelijk tot de vier landen met de laagste jeugdwerkloosheid van Europa. Spanje is na Griekenland het land met de hoogste jeugdwerkloosheid (55,7 procent).
‘Het is opvallend dat Nederlandse jongeren hun banenkans net zo negatief inschatten als de Spanjaarden’, aldus Ineke Kooistra, algemeen directeur van StudentenWerk. ‘Vergeleken met Spanje valt onze situatie in het niet, maar voor Nederlandse begrippen hebben we te maken met een flinke jeugdwerkloosheid. Dat is erg vervelend en wordt ook breed in de pers uitgemeten. Die zeer aanwezige, voornamelijk negatieve berichtgeving zou een verklaring kunnen zijn voor de mindset van jongeren’.
Hogere opleiding, minder zorgen
Hogeropgeleide studenten hebben meer vertrouwen in hun toekomstige carrière dan hun laagopgeleide studenten. 34,3 procent van de hbo'ers en 38,1 procent van de wo'ers denkt dat het moeilijk zal zijn om een baan te vinden die bij hun opleiding past. Mbo-studenten zien hun toekomst het minst rooskleurig in. Van hen vraagt ruim 45 procent zich af of zij überhaupt een baan zullen vinden zodra zij hun diploma hebben gehaald.