Na meer dan tien jaar discussie over een nieuw pensioenstelsel, heeft de Eerste Kamer het laatste debat over de Wet toekomst pensioenen afgerond. Het ziet er naar uit dat een meerderheid van de senatoren voor invoering van de wet zal stemmen. Verantwoordelijk minister Carola Schouten heeft toegezegd dat de invoeringsdatum van de wet een jaar opschuift, naar 2028. Ook komt er een regeringscommissaris die oplet of de invoering van de wet door de pensioenfondsen op een goede manier verloopt.
Het voorstel Wet toekomst pensioenen heeft tot intense debatten geleid in de Eerste Kamer. Het wetsvoorstel is ontworpen om het huidige pensioenstelsel te herzien en het klaar te maken voor de toekomst. Dit is gedaan in samenspraak met werknemers- en werkgeversorganisaties, die daar in 2019 een Pensioenakkoord over hebben gesloten.
Het wetsvoorstel wijzigt ook andere wetten, zoals de Wet inkomstenbelasting 2001, en bevat voorstellen voor de standaardisering van het nabestaandenpensioen, de experimenteerruimte voor de pensioenopbouw door zelfstandigen en de verkorting van de wachttijd voor werknemers in de uitzendsector.
Nieuw pensioenstelsel: Werk voor HR-adviseurs |
Collectief, solidair en toekomstgericht
Voor het nieuwe stelsel wordt het opgebouwde kapitaal bij pensioenfondsen verdeeld over individuele pensioenbedragen. Het berekenen hoeveel iedereen in de individuele pensioenpot krijgt, is een enorme operatie. Als de overstap is gemaakt, gaan de bedragen in de individuele pensioenpotten meebewegen met de beleggingsresultaten van het pensioenfonds. Dat is in het oude stelsel eigenlijk ook al zo, maar dat valt pas op als de pensioenen niet geïndexeerd worden. Pensioenfondsen houden nu veel kapitaal achter de hand om toch de toegezegde pensioenbedragen uit te kunnen keren. Maar die buffer bevat geld dat de fondsen dus niet kunnen beleggen en dat daardoor dus niet meehelpt aan de opbouw van het pensioen.
Een aantal zaken blijft hetzelfde, stelt minister Schouten. Het pensioen blijft collectief. En net als nu worden risico's gedeeld tussen generaties. Het nieuwe stelsel kan slimmer omgaan met schokken op de financiële markten. Het huidige stelsel is slecht ingericht op wisselingen tussen loondienst en ondernemerschap. Dat wordt aangepakt in het nieuwe stelsel. Ook pakt het nieuwe stelsel beter uit voor mensen die al jong gaan werken, vaak mensen met een zwaar beroep. Nieuwe pensioencontracten kennen kleinere buffers waardoor er meer pensioen wordt opgebouwd, terwijl een solidariteitsreserve grote schokken opvangt.
De juiste weg vooruit?
Eén van de belangrijkste onderwerpen in het Kamerdebat was de vraag of het voorgestelde pensioenstelsel wel de juiste weg vooruit is. Voorstanders van de wet zijn van mening dat het nieuwe stelsel, net als het oude, solidair is. Volgens hen zijn er voldoende waarborgen ingebouwd om het eerlijker en transparanter voor de pensioendeelnemers te maken. Tegenstanders vrezen dat de beginselen van de rechtsstaat onder druk komen, bijvoorbeeld door het schrappen van het bezwaarrecht voor individuele pensioendeelnemers.
Verder zijn vraagtekens gezet bij de noodzaak voor huidige gepensioneerden om naar het nieuwe stelsel over te stappen, het zogeheten ‘invaren’. Senatoren vroegen zich af of het niet beter is om het oude stelsel te laten bestaan voor huidige gepensioneerden en alleen werkenden de overstap te laten maken naar het nieuwe stelsel. Verder zijn er zorgen over de invoeringsdatum: zal er in 2027 bijvoorbeeld geen tekort zijn aan econometristen, actuarissen, en IT’ers omdat veel pensioenfondsen dan tegelijk hun pensioenkapitaal gaan overzetten naar individuele pensioenpotjes?
Regeringscommissaris en invoering een jaar later
Het wordt een hele klus voor pensioenfondsen om over te stappen op het nieuwe stelsel. Er zijn veel wettelijke waarborgen om die transitie evenwichtig te laten lopen. Minister Schouten zegde toe dat ze een regeringscommissaris zal aanstellen voor de pensioentransitie. Daarmee wordt alle kennis bij elkaar gebracht om te kijken of er genoeg tijd is voor de transitie, aldus de minister. Zij blijft wel politiek eindverantwoordelijk voor het goede verloop van de transitie.
Minister Schouten komt de Senaat tegemoet door de invoeringsdatum van de wet te verschuiven naar 1 januari 2028 en dan met de regeringscommissaris te bekijken hoe de transitie verloopt en of verder uitstel nodig is.
Mensen met zware beroepen
Het huidige wetsvoorstel is een uitwerking van het Pensioenakkoord tussen de overheid, werkgevers en werknemers. Onderdeel van het akkoord is een regeling voor vervroegd pensioen voor mensen met zware beroepen.
PvdA en SP dringen er bij de minister op aan om de huidige, tijdelijke, regeling voor vroegpensioen te verlengen. Ook het CDA wil hier aandacht voor. De minister wil die toezegging (nog) niet doen. Wel wil zij hierover in overleg met werkgevers en de vakbonden.
Informatie geven over nieuwe pensioenen
Een ander belangrijk aspect dat tijdens het debat naar voren kwam, is de noodzaak van duidelijke en toegankelijke communicatie over de nieuwe wet. Er werd sterk aangedrongen op het belang van het informeren van pensioendeelnemers over wat de overgang naar het nieuwe stelsel voor hun individuele situaties zou betekenen.