Pensioen kan niet altijd meer mee naar nieuw pensioenfonds.

Wie van baan wisselt, kan in deze tijd niet altijd meer het opgebouwde pensioen overdragen aan het nieuwe pensioenfonds. Dat is het geval, wanneer één van beide pensioenfondsen een dekkingsgraad heeft onder de 100 procent. Pensioenfondsen moeten bij waardeoverdracht wijzen op mogelijke negatieve gevolgen voor het nabestaandenpensioen. Dat meldt minister Donner (SZW) in antwoord op Kamervragen van Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA). Omtzigt stelde de vragen omdat pensioenfondsen momenteel een te lage dekkingsgraad hebben.

Werknemers die een andere baan vinden, hebben de mogelijkheid om het opgebouwde pensioen over te dragen naar het fonds van hun nieuwe werkgever. Maar daar zitten wel wettelijke beperkingen aan, wanneer de pensioenfondsen in zwaar weer zitten. Waardeoverdracht is niet toegestaan, indien het overdragende of het ontvangende pensioenfonds in onderdekking is. Dat is nu bij veel fondsen het geval.

Nabestaandenpensioen kan tegenvallen
Bij de waardeoverdracht naar een nieuw pensioenfonds bestaat het gevaar dat het nabestaandenpensioen tegenvalt, wanneer de werknemer voor de pensioenleeftijd overlijdt. Vaak heeft de werknemer een pensioenregeling met nabestaandenpensioen op risicobasis. Daarin wordt alleen pensioen aan nabestaanden uitgekeerd over het opgebouwde kapitaal bij de huidige werkgever. Over het kapitaal dat is opgebouwd bij vorige werkgevers, wordt dan geen nabestaandenpensioen uitbetaald.

De werknemer kan wel een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen uitruilen voor nabestaandenpensioen, ten koste van het ouderdomspensioen. Door die uitruil, zijn de nabestaanden alsnog ook verzekerd van een nabestaandenpensioen over het kapitaal dat is opgebouwd bij de voormalige pensioenuitvoerder.

Oud pensioenfonds moet informatie geven
Het oude pensioenfonds is wettelijk verplicht om werknemers te informeren dat een pensioengat kan ontstaan in de dekking van het nabestaandenpensioen. Het fonds moet de werknemer er ook op wijzen dat dit nadeel gerepareerd kan worden, ten koste van het ouderdomspensioen. Dat kan door pensioenrechten uit te ruilen. Hierdoor wordt de pensioenuitkering voor het ouderdomspensioen wel lager.

Minister Donner wijst er op dat de Sociale partners, die ook in het bestuur zitten van de pensioenfondsen, de regelingen zo kunnen aanpassen dat de overdracht van nabestaandenpensioen zonder nadelige gevolgen plaatsvindt. Maar in de praktijk gebeurt dat nog maar weinig.