Door de krappe arbeidsmarkt zetten werkgevers vaker een concurrentiebeding in hun arbeidsovereenkomsten. Zo hopen ze via een omweg personeel voor de organisatie te behouden. Maar werknemers worden zo ten onrechte beperkt op de arbeidsmarkt en moeten soms enorme boetes betalen als zij van werkgever willen wisselen. Het kabinet gaat wetgeving maken om verkeerd gebruik van het concurrentiebeding tegen te gaan. Hierin krijgt de werknemer een vergoeding als de werkgever vasthoudt aan het concurrentiebeding.
Als werknemers gehouden worden aan een concurrentiebeding, mogen zij, na het einde van hun contract, niet hetzelfde soort werk doen bij een concurrerend bedrijf. Deze beperkende regel om bedrijfsbelangen van werkgevers te beschermen kan terecht zijn, maar vaak ook niet, blijkt uit onderzoek. Hierdoor worden werknemers belemmerd op de arbeidsmarkt en kunnen andere werkgevers moeilijker aan personeel komen. Het kabinet heeft daarom besloten het concurrentiebeding te moderniseren. Het wetsvoorstel om deze situatie te verbeteren zal naar verwachting eind 2023 voor internetconsultatie worden vrijgegeven.
Goede reden voor concurrentiebeding opgeven
Minister van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid erkent dat een concurrentiebeding nodig kan zijn om bedrijfsgeheimen of zakelijke relaties te beschermen. “Maar we zien nu dat er in contracten steeds vaker standaard een concurrentiebeding staat, terwijl daar geen goede reden voor is. Dat is onnodig beperkend voor werknemers en hindert de doorstroom op de arbeidsmarkt. Daarom gaan we de regels voor het concurrentiebeding hervormen,” aldus de minister.
Het kabinet wil dat het op voorhand duidelijker wordt wanneer een concurrentiebeding kan worden opgenomen en ingeroepen door een werkgever. Dit voorkomt ook een gang naar de rechter. Daarom is minister Van Gennip van plan de volgende wijzigingen uit te werken in een wetsvoorstel:
WETSVOORSTEL WIJZIGINGEN CONURRENTIEBEDING |
|
|
|
|
Onderzoek: concurrentiebeding vaak onnodig opgelegd
Uit onderzoek van onderzoeksbureau Panteia blijkt dat één op de drie werkgevers een concurrentiebeding hanteert, vrijwel altijd als een standaardclausule in het contact. Hier is niet altijd een goede reden voor, bijvoorbeeld omdat de werknemer geen toegang heeft tot relaties of gevoelige informatie. Het kan ondertussen wel een afschrikeffect hebben, waardoor werknemers niet over durven te stappen naar een andere werkgever. Naar schatting zijn 3,1 miljoen werknemers gebonden aan een concurrentiebeding.
De onderzoekers bekeken hoe vaak het concurrentiebeding wordt opgenomen, de noodzakelijkheid hiervan en in hoeverre werknemers hiervan hinder ondervinden. Ook is de jurisprudentie van de afgelopen vijf jaar geanalyseerd. Daarnaast ging het om de positieve en negatieve effecten van het concurrentiebeding en is een internationale analyse gemaakt door Prof. Ruben Houweling van de Erasmus Universiteit.
CONCLUSIES ONDERZOEK CONCURRENTIEBEDING |
|
|
|
|
|
|