Eén op de zeven werknemers heeft een pensioen waarvoor de werkgever een vaste premie beschikbaar stelt. Door het pensioenakkoord zal het aantal beschikbare premiepensioenen toenemen, want dat wordt de standaard in Nederland. Zodra een werknemer met pensioen gaat, koopt die dan straks met het opgebouwde premiebedrag een pensioenuitkering aan, die maandelijks wordt uitgekeerd. De afgelopen jaren viel het premiepensioen vaak tegen, omdat de rente zeer laag was. Maar nu de rente stijgt, ziet het er wat zonniger uit. Het nieuwe pensioen valt daardoor ook hoger uit.
Volgens wereldwijd pensioenadviesbureau Aon, is de gemiddelde pensioenuitkering op basis van de beschikbare premieregeling het afgelopen half jaar met 2 procent toegenomen. Het premiepensioen waarbij de uitkering niet vast staat (ook wel DC-regeling genoemd) van een 40-jarige werknemer met een modaal inkomen stijgt daardoor van 1.049 euro naar 1.073 euro per maand.
Dat blijkt uit de Pensioenvergelijker van Aon, een index waarmee het adviesbureau ieder kwartaal de potentie van beschikbare premieregelingen peilt.
Ingelegde premie vormt de basis van het pensioen
Eén op de zeven werknemers heeft nu een DC-regeling. Dat aantal zal met de nadere uitwerking van het pensioenakkoord toenemen, aangezien een beschikbare premieregeling dan de standaard wordt. Daarmee zullen schommelingen in de uitkering gangbaar worden. Er zijn wel dempingsmechanismes ontworpen om die schommelingen te dempen.
In het nieuwe systeem wordt de ingelegde premie de basis, in plaats van de pensioenuitkering op basis van het middelloon dat nu nog gebruikelijk is bij pensioenfondsen. Aon heeft een vergelijking gemaakt van de twee pensioenvormen, waarbij in beide gevallen een premie van 25% van de pensioengrondslag wordt ingelegd.
Nieuw pensioen is hoger voor jongere en 40-jarige
Als een vergelijking met middelloon gemaakt wordt, is het nieuwe pensioen hoger voor een 40-jarige die nu werkt. Voor de jongere is dit beeld nog sterker en zijn de verschillen groter. Dit komt onder andere doordat er in de middelloonregeling aanzienlijke buffers aangelegd moeten worden afhankelijk van het beleggingsbeleid, in tegenstelling tot de DC-regeling.
Uit berekeningen blijkt meestal een plus bij de overstap van het oude pensioensysteem naar life cycle-beleggen, meldt Frank Driessen van van Aon. “Jongeren kunnen aan het begin van de horizon meer risico nemen en leggen in het nieuwe systeem ook eerder meer premie in. Dat leidt per saldo tot betere rendementen.”
Werknemers goed informeren over pensioenen
Vanwege de onzekerheid in de uitkering in het nieuwe stelsel, is het nodig om de pensioendeelnemers goed te informeren. Zo wordt het mogelijk om 10% van de pensioenwaarde op te nemen op de pensioendatum. Maar die keuze kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor toeslagen.
Daarnaast hebben deelnemers diverse keuzemogelijkheden binnen DC-regelingen. Zo kunnen ze vaak uit beleggingsprofielen kiezen, of de keuze maken of ze willen bijsparen en willen doorbeleggen als de pensioendatum nadert. “Wij zien de meerwaarde van een persoonlijk gesprek bij dergelijke keuzemomenten”, zegt Driessen. “Het is van belang dat deelnemers de gevolgen van hun keuze goed kunnen overzien en alleen informatie op papier zegt vaak niet genoeg.”