Ouderen hebben veel vaker een baan dan tien jaar geleden.

Vergrijzing wordt vaak als kostenpost gezien. Al die ouderen die niet meer bijdragen aan de economie, dat wordt onbetaalbaar. Maar uit de laatste cijfers van het CBS blijkt dat ouderen juist steeds vaker een baan hebben en dus economisch actief zijn. Het aantal 50-plussers met een baan is de afgelopen tien jaar zelfs met 60 procent toegenomen tot 1,6 miljoen. Zij vormden in 2005 bijna een kwart van de werkzame beroepsbevolking.

De arbeidsdeelname van 50-plussers steeg van bijna 28 naar 37 procent. In alle leeftijdsgroepen boven 50 jaar nam de arbeidsdeelname toe. De groei was het sterkst bij de 55–59- jarigen, waar de arbeidsdeelname van 40 naar 55 procent steeg. Ook onder de 50–54-jarigen en de 60–64-jarigen was de stijging aanzienlijk.

Was in 1996 bijna 28 procent van de werkende ouderen een vrouw, in 2005 is dat opgelopen tot 36 procent. De sterkste groei in arbeidsdeelname vond plaats bij de 50–54-jarige vrouwen: een toename van 20 procentpunt tot 56 procent. Toch werken oudere mannen nog beduidend vaker dan oudere vrouwen.