De overbruggingsregeling AOW komt beschikbaar voor meer groepen mensen. De regeling is bedoeld voor mensen met een inkomen beneden 150% van het wettelijk minimumloon. Vakcentrale FNV vindt dat de regeling nog veel eerlijker moet.
Vanaf 1 januari van dit jaar is moeten mensen al een maand langer werken, voordat ze AOW krijgen. Maar voor een aantal groepen mensen is dat niet mogelijk. Zij zijn in het verleden met VUT, prepensioen, of functioneel leeftijdontslag gegaan. Ook zijn er mensen die gebruik hebben gemaakt van een ‘overbruggingspensioen’ tot hun echte pensioen.
De uitkering van deze mensen stopt als zij 65 worden. Door de geleidelijke verhoging van de AOW hebben zij dan één of meerdere maanden geen AOW-inkomen en dat zorgt vooral bij mensen met een laag inkomen voor problemen. Het kabinet had daarvoor al een overbruggingsregeling gemaakt, die nu wordt uitgebreid naar meer groepen mensen.
Uitbreiding doelgroep overbruggingsregeling AOW
De regeling gaat voortaan gelden voor mensen met een laag inkomen die zich niet hebben kunnen voorbeiden op de hogere AOW-leeftijd en waarvan de VUT of het prepensioen nu al is ingaan.
Onder de definitie van een VUT of prepensioenuitkering vallen de volgende regelingen:
Daarnaast komen nu ook de volgende groepen in aanmerking voor overbrugging:
Maximaal 150% WML
Er blijft een inkomensgrens gelden van 150 % van het wettelijk bruto minimumloon (WML). Van mensen boven die grens verwacht het kabinet dat zij financiële reserves hebben kunnen opbouwen om het inkomensverlies mee te overbruggen. Daarnaast geldt een vermogenstoets. Deze is exclusief eigen woning en pensioenvermogen.
De regeling gaat een uitkering op minimumniveau bieden. Dit betekent onder meer dat ander inkomen, zoals aanvullende pensioenen, in mindering gebracht worden op deze uitkering. Ook wordt de uitkering niet hoger dan de voorziening die de mensen zelf hadden getroffen tot hun pensioen. Bij inkomen uit arbeid wordt een deel vrijgelaten, zodat het aantrekkelijk is om te blijven werken.
FNV wil ruimere reparatie AOW-gat
Vakcentrale FNV blijft pleiten voor een betere regeling voor een nog bredere groep mensen en wil daarvoor eventueel naar de rechter stappen. 'Het AOW-gat treft duizenden mensen, met verschillende beroepen, die zich niet hebben kunnen voorbereiden op de plotselinge verhoging van de AOW-leeftijd', stelt de FNV.
Voor middeninkomens en tweeverdieners met een laag inkomen betekent deze regeling ‘nul overbrugging’, aldus de vakcentrale. ‘De inkomensgrens van 150% WML, 2200 euro bruto per maand, is voor een hardwerkend gezin veel te krap. De gedachte dat iedereen een spaarpot heeft waarop teruggevallen kan worden, strookt niet met de harde realiteit van vandaag’.
Overbruggingsregeling is 'niet eerlijk'
Wie nu al gebruik maakt van een vervroegde pensioenregeling, zit volgens de vakcentrale door de plotselinge verhoging van de AOW-leeftijd met een gat dat oploopt tot duizenden euro’s. Het kabinet kan deze mensen niet zomaar in de kou laten staan, vindt de FNV. De vakcentrale heeft er steeds op gewezen dat mensen zich moeten kunnen voorbereiden op de verhoging van de AOW-leeftijd. ‘Daar hoort een eerlijke overbruggingsregeling bij en dat is deze regeling niet’, vindt de FNV.