De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel lijkt vooralsnog soepel te verlopen. Nu al hebben 51 van de 100 grootste pensioenfondsen een transitieplan waarin de vervolgstappen staan in de richting van het nieuwe pensioen, waarbij de meeste fondsen mikken op 2026 als startpunt voor de invoering. De fondsen berekenen dat ze voldoende geld in kas hebben om de pensioenen ten minste gelijk te houden én om pensioendeelnemers te compenseren als dat niet het geval zou zijn. En het goede nieuws voor jongeren is, dat zij waarschijnlijk een hoger pensioen opbouwen dan in het oude stelsel.
Met het indienen van een transitieplan geven de pensioenbesturen (bestaande uit werkgevers en vakbonden) aan dat zij klaar zijn voor de nieuwe pensioenwetgeving. Dat meldt werkgeversvereniging AWVN die de ontwikkelingen bijhoudt een pensioendashboard met gegevens van de 100 grootste pensioenfondsen.
Uitgangspunt is solidariteit tussen generaties
Het merendeel van de plannen neemt solidariteit tussen verschillende generaties deelnemers als uitgangspunt. Uit de transitieplannen blijkt verder dat pensioendeelnemers die er mogelijk op achteruit zouden gaan, gecompenseerd worden. De pensioenfondsen beschikken naar verwachting over voldoende geld om dat te doen. Opvallend is dat vooral jonge deelnemers een naar verwachting hoger pensioen opbouwen dan in het oude stelsel.
De meeste transitieplannen – 43 van de 51 - gaan uit van een uitvoeringsdatum van 1 januari 2026 of later. Een aantal plannen dat eerder uitging van een ingangsdatum in 2025 heeft die datum bijgesteld naar 1 januari 2026. Uit de plannen blijkt ook dat de overgang naar het nieuwe stelsel kostenneutraal kan worden uitgevoerd. Dit betekent dat werknemers er niet op achteruitgaan en dat de premies gelijk blijven voor zowel werknemers als werkgevers.
Alle fondsen maken een transitieplan
AWVN vindt de voortgang die vakbonden en werkgevers maken met de invoering van het nieuwe stelsel ‘zeer bemoedigend’. Zoals het nu lijkt, voldoen vrijwel alle pensioenfondsen aan de eis om nog dit jaar over een transitieplan te beschikken.
In het Pensioenakkoord van 2019 werden werkgeversorganisaties en vakbonden het eens over een nieuw toekomstbestendig pensioenstelsel. Later werd de inhoud van het pensioenakkoord door het kabinet omgezet in de Wet Toekomst Pensioenen. Pensioenfondsen en -regelingen hebben tot 1 januari 2028 de tijd om te voldoen aan de wet. In de transitieplannen zijn de arbeidsvoorwaardelijke afspraken opgenomen en wordt duidelijk gemaakt wat de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel betekent voor deelnemers.