Kleine ondernemers huiverig om personeel aan te nemen.

Ondernemers in het Midden- en Kleinbedrijf willen best meer mensen aannemen, maar door de sociale wetgeving zijn ondernemers daar huiverig voor. De loonkosten rijzen al snel de pan uit, en je krijgt een personeelslid in vaste dienst niet zo maar weg. Maar goede prestaties beter belonen, ziet het MKB wel zitten. Dat staat in het onderzoeksrapport Dat loont!, van onderzoekbureau EIM en het Amsterdam Center for Entrepreneurship (ACE).

Het aannemen en ontslaan van personeel vindt 38 procent van het MKB een probleem in de bedrijfsvoering. Ruim eenderde (35 procent) zou meer mensen in loondienst hebben als het financiële risico van ziekte niet bij de werkgever lag. Bovendien denkt 53 procent van de MKB-ondernemers dat zij zonder de huidige ontslagregels, meer mensen in loondienst zouden hebben.

Al met al, schatten de ondervraagde ondernemers dat de werkgelegenheid in het
MKB eenderde hoger zou liggen, zonder de huidige ontslagregels.

Prestatiebeloning
Het is voor MKB-bedrijven lastig om gekwalificeerd personeel te werven of te behouden. Veel bedrijven willen het hun werknemers naar de zin maken met prestatiebeloning. Zo kan het basissalaris relatief laag blijven, terwijl de loonkosten pas stijgen als er ook echt geld verdiend wordt.

Ongeveer één op vier kleine bedrijven doet aan prestatiebeloning. In het middenbedrijf is dit al meer gebruikelijk: daar is prestatiebeloning bij 41 procent (10 tot 50 werknemers) en 61 procent (50 tot 100 werknemers) ingevoerd.

Bedrijven die aan prestatiebeloning doen, lijken de voorafgaande jaren beter gepresteerd te hebben dan de overige bedrijven. Maar of prestatiebeloning voor betere bedrijfsprestaties zorgt, is niet helemaal duidelijk. Het kan ook zijn dat beter presterende bedrijven meer ruimte hebben voor prestatiebeloning.

Maatregelen
MKB-ondernemers kunnen de sociale wetgeving niet één-twee-drie wijzigen. Maar ze kunnen volgens de auteurs van het onderzoeksrapport wel zelf maatregelen nemen. Zo moeten MKB-ondernemers:

het salaris van de werknemer meer baseren op diens kwalificaties;

meer variabele beloning toepassen;

vaker flexibele krachten inzetten (bijvoorbeeld freelancers);

meer prestatiebeloning gebruiken zodat het vaste basissalaris en de daaraan gekoppelde verplichtingen bij ziekte en ontslag omlaag kunnen.