Recessie: snellere banenkrimp dankzij individueel ontslag

Tijdens de afgelopen recessie zijn minder banen verloren gegaan dan verwacht. Maar tegelijkertijd is de banenkrimp sneller gegaan dan tijdens de recessie van 2001-2003. Dat blijkt uit een studie van het Sociaal Cultureel Planbureau dat de twee recessies heeft vergeleken. De economische recessie waarmee Nederland werd geconfronteerd in 2008 en 2009, was de zwaarste in de afgelopen 65 jaar. Maar tegelijkertijd steeg de werkloosheid slechts beperkt. "De piek in werkloosheid lag lager dan in de vorige recessie, van de jaren 2001-2003, terwijl die vele malen lichter was", schrijft het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in de studie 'Werkgevers over de crisis'. In deze studie vergelijkt het SCP beide recessies met elkaar. Daarvoor analyseren de SCP-onderzoekers onder meer de CBS-cijfers van beide recessies, maar ook de eigen cijfers uit het werkgeverspanel uit beide perioden. Zo blijkt dat werkgevers bij de laatste recessie voor een deel anders zijn omgegaan met hun werknemers dan in 2001-2003. Meer overtollig personeel vastgehouden Het SCP-onderzoek bevestigt de stelling dat werkgevers bij de laatste recessie meer overtollig personeel hebben vastgehouden dan de vorige keer. Dat blijkt uit de daling van de arbeidsproductiviteit per gewerkt uur. Het SCP-werkgeverspanel maakt duidelijk waarom bedrijven hun personeel meer hebben vastgehouden. 39% van de werkgevers heeft een overschot aan personeel geaccepteerd omdat zij goede arbeidskrachten willen behouden die zij naar verwachting weer hard nodig hebben na de recessie. Maar bijna evenveel werkgevers (35%) noemen allerlei praktische redenen om personeel in dienst te houden; zoals de kosten van ontslag, de verwachting dat de hoeveelheid werk weer snel zou groeien, het gebruik van natuurlijk verloop om van overtollige werknemers af te komen. Individueel ontslag In vergelijking met de recessie van 2001-2003 hebben werkgevers deze keer vaker de contractduur ingekrompen en tijdelijke contracten niet verlengd. De belangrijkste reden hiervoor is dat de flexibele schil met uitzend-, oproep-, inval- en tijdelijke krachten groter was. Maar het grootste verschil blijkt bij de ontslagvorm. Méér dan de vorige keer hebben werkgevers gebruik gemaakt van individueel ontslag om bedrijfseconomische redenen. In het najaar van 2009 had 16% van de werkgevers dit toegepast (slechts 7% in 2003). Het SCP verklaart deze stijging uit het feit dat het werkgevers makkelijker is gemaakt om een beëindigingsovereenkomst af te sluiten met de werknemer (ontslag met wederzijds goedvinden). In tegenstelling tot 2003 verliest de werknemer bij zo'n overeenkomst nu niet zijn rechten op WW. Een andere reden voor de populariteit van de beëindigingsovereenkomst onder werkgevers, is de wijziging van de kantonrechtersformule in januari 2009. Hierdoor valt de ontslagvergoeding doorgaans lager uit. Werkgevers maken vaak gebruik van deze kantonrechtersformule bij de onderhandelingen over beëindigingsovereenkomsten. Sneller en goedkoper dan collectief ontslag En in vergelijking met collectief ontslag gaat individueel ontslag in de vorm van een beëindigingsovereenkomst sneller en is vaak ook goedkoper. Want zo'n collectief ontslag moet eerst aan de vakbonden en UWV Werkbedrijf worden gemeld, waarna vervolgens ook nog eens een wachttijd geldt. De verandering van de regels rond beëindigingsovereenkomsten was vooral bedoeld om het aantal pro forma-zaken te verminderen bij het UWV Werkbedrijf en de kantonrechter. Wat bedoeld was als een kostenbesparing voor deze instanties, blijkt in de praktijk het ontslag van werknemers te vergemakkelijken. Rechten werknemers De sterke groei van het aantal beëindigingsovereenkomsten kan de positie van werknemers hebben verslechterd, suggereert het SCP. Het gaat in deze gevallen weliswaar om ontslag met wederzijds goedvinden, maar "zeker werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt kennen hun rechten vaak slechter". Om die reden zijn de SCP-onderzoekers dan ook benieuwd hoe de beëindigingsovereenkomsten uitpakken in vergelijking met kantonrechterszaken.

Tijdens de afgelopen recessie zijn minder banen verloren gegaan dan verwacht. Maar tegelijkertijd is de banenkrimp sneller gegaan dan tijdens de recessie van 2001-2003. Dat blijkt uit een studie van het Sociaal Cultureel Planbureau dat de twee recessies heeft vergeleken.

De economische recessie waarmee Nederland werd geconfronteerd in 2008 en 2009, was de zwaarste in de afgelopen 65 jaar. Maar tegelijkertijd steeg de werkloosheid slechts beperkt.

"De piek in werkloosheid lag lager dan in de vorige recessie, van de jaren 2001-2003, terwijl die vele malen lichter was", schrijft het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in de studie 'Werkgevers over de crisis'.
In deze studie vergelijkt het SCP beide recessies met elkaar. Daarvoor analyseren de SCP-onderzoekers onder meer de CBS-cijfers van beide recessies, maar ook de eigen cijfers uit het werkgeverspanel uit beide perioden.

Zo blijkt dat werkgevers bij de laatste recessie voor een deel anders zijn omgegaan met hun werknemers dan in 2001-2003.

Meer overtollig personeel vastgehouden
Het SCP-onderzoek bevestigt de stelling dat werkgevers bij de laatste recessie meer overtollig personeel hebben vastgehouden dan de vorige keer. Dat blijkt uit de daling van de arbeidsproductiviteit per gewerkt uur.

Het SCP-werkgeverspanel maakt duidelijk waarom bedrijven hun personeel meer hebben vastgehouden. 39% van de werkgevers heeft een overschot aan personeel geaccepteerd omdat zij goede arbeidskrachten willen behouden die zij naar verwachting weer hard nodig hebben na de recessie.
Maar bijna evenveel werkgevers (35%) noemen allerlei praktische redenen om personeel in dienst te houden; zoals de kosten van ontslag, de verwachting dat de hoeveelheid werk weer snel zou groeien, het gebruik van natuurlijk verloop om van overtollige werknemers af te komen.

Individueel ontslag
In vergelijking met de recessie van 2001-2003 hebben werkgevers deze keer vaker de contractduur ingekrompen en tijdelijke contracten niet verlengd. De belangrijkste reden hiervoor is dat de flexibele schil met uitzend-, oproep-, inval- en tijdelijke krachten groter was.

Maar het grootste verschil blijkt bij de ontslagvorm. Méér dan de vorige keer hebben werkgevers gebruik gemaakt van individueel ontslag om bedrijfseconomische redenen. In het najaar van 2009 had 16% van de werkgevers dit toegepast (slechts 7% in 2003).

Het SCP verklaart deze stijging uit het feit dat het werkgevers makkelijker is gemaakt om een beëindigingsovereenkomst af te sluiten met de werknemer (ontslag met wederzijds goedvinden). In tegenstelling tot 2003 verliest de werknemer bij zo'n overeenkomst nu niet zijn rechten op WW.
Een andere reden voor de populariteit van de beëindigingsovereenkomst onder werkgevers, is de wijziging van de kantonrechtersformule in januari 2009. Hierdoor valt de ontslagvergoeding doorgaans lager uit. Werkgevers maken vaak gebruik van deze kantonrechtersformule bij de onderhandelingen over beëindigingsovereenkomsten.

Sneller en goedkoper dan collectief ontslag
En in vergelijking met collectief ontslag gaat individueel ontslag in de vorm van een beëindigingsovereenkomst sneller en is vaak ook goedkoper. Want zo'n collectief ontslag moet eerst aan de vakbonden en UWV Werkbedrijf worden gemeld, waarna vervolgens ook nog eens een wachttijd geldt.

De verandering van de regels rond beëindigingsovereenkomsten was vooral bedoeld om het aantal pro forma-zaken te verminderen bij het UWV Werkbedrijf en de kantonrechter. Wat bedoeld was als een kostenbesparing voor deze instanties, blijkt in de praktijk het ontslag van werknemers te vergemakkelijken.

Rechten werknemers
De sterke groei van het aantal beëindigingsovereenkomsten kan de positie van werknemers hebben verslechterd, suggereert het SCP. Het gaat in deze gevallen weliswaar om ontslag met wederzijds goedvinden, maar "zeker werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt kennen hun rechten vaak slechter". Om die reden zijn de SCP-onderzoekers dan ook benieuwd hoe de beëindigingsovereenkomsten uitpakken in vergelijking met kantonrechterszaken.

Doorsturen:

Neem een abonnement en download 447 exclusieve vakartikelen en 302 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?