Lopende band-werk is risicovol.
Repeterende bewegingen, zoals werk aan de lopende band, vormen het meest voorkomende arbeidsrisico. Ongeveer 57 procent van de werknemers heeft hier regelmatig mee te maken.Verder werken veel mensen langdurig in dezelfde houding (43 procent), of worden regelmatig blootgesteld aan gevaarlijke stoffen (35 procent). Andere veel voorkomende risico’s zijn werkdruk (31 procent) en intimiderend gedrag door klanten (25 procent). Van alle werknemers moet 22 procent regelmatig kracht zetten, heeft 13 procent vaak met schadelijk geluid te maken en tilt 11 procent regelmatig zware l asten.
Dit staat in de Arbobalans 2004 die staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. De Arbobalans is een jaarlijks overzicht van de stand van zaken op het gebied van arbeidsomstandigheden. Het rapport is gebaseerd op gegevens uit onder andere de Arbomonitor 2003 van de Arbeidsinspectie.
Het ziekteverzuim bij werknemers van bedrijven is in 2003 ten opzichte van het jaar ervoor gedaald van 5,4 naar 4,8 procent. Vooral bij bedrijven met minder dan tien werknemers is het verzuim teruggelopen. Bij de Rijksoverheid nam het verzuim af van 5,6 procent in 2002 tot 5,4 procent in 2003. Het aantal nieuwe WAO-uitkeringen daalde in 2003 tot 66.000. Dit is 26.000 minder dan in 2002. Ruim 34 procent van de nieuwe uitkeringen gaat naar mensen met een psychische aandoening en 25 procent naar diegenen met een aandoening aan het bewegingsapparaat (bijvoorbeeld armen, benen en rug). Ongeveer evenveel mannen als vrouwen krijgen een nieuwe WAO-uitkering.
Aandoeningen aan het houdings- en bewegingsapparaat worden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten het meest gemeld. Het gaat om 39 procent van de gevallen, waaronder veel RSI. Voorts heeft ruim 25 procent van de meldingen te maken met gehoor. Vooral oudere werknemers hebben hier last van. In ongeveer 23 procent van de gevallen gaat het om psychische aandoeningen als overspannenheid en burnout. Het aantal dodelijke slachtoffers van arbeidsongevallen is gedaald van 119 in 2000 naar 115 in 2001 en 91 in 2002.
Het percentage bedrijven dat een getoetste risico-inventarisatie en -evaluatie heeft waarin belangrijke arbeidsrisico’s worden beschreven is toegenomen van 46 in 2000 tot 76 in 2003. Van de bedrijven die met zo’n instrument de risico’s in kaart hebben gebracht, beschikt tweederde over een plan van aanpak dat door een gecertificeerde arbodienst is goedgekeurd. Voor bedrijven in het midden- en kleinbedrijf is op de website www.rie.nl een vragenlijst beschikbaar die hulp biedt bij het opstellen van een risico-inventarisatie en -evaluatie. Dit instrument wordt verder ontwikkeld voor zo’n 40 branches.
Ruim driekwart van de bedrijven heeft maatregelen genomen om arbeidsrisico’s te verminderen. De Arbeidsinspectie vindt deze in ongeveer 85 procent van de gevallen voldoende. Vaak wordt gebruik gemaakt van persoonlijke beschermingmiddelen, terwijl veel minder vaak de oorzaak van het probleem bij de bron wordt aangepakt. Bij het werken met gevaarlijke stoffen stelt 69 procent van de bedrijven die maatregelen namen beschermingsmiddelen beschikbaar. Bij maatregelen tegen blootstelling aan schadelijk geluid was dit 93 procent.
De meeste werknemers noemen werkdruk als arbeidsrisico waartegen (aanvullende) maatregelen moeten worden genomen. Het gaat om 52 procent van de ondervraagden. Verder vindt 40 procent dat maatregelen tegen RSI nodig zijn. Vooral in de gezondheidszorg en in het onderwijs is het personeel van mening dat de werkdruk moet worden verminderd. Maatregelen tegen RSI zijn vooral gewenst in de ICT-sector, de zakelijke en financiële dienstverlening en in het hoger onderwijs.
Bron: Ministerie van SZW