Stress veroorzaakt in ons land het meeste verzuim en het komt op steeds jongere leeftijd voor. Jongeren moeten zien te overleven op een flexibele arbeidsmarkt en dat lukt niet iedereen. Het gemiddelde verzuim in Nederland blijft stabiel laag, hoewel de verzuimduur wel toeneemt.
In 2014 bedraagt het gemiddelde verzuim 3.9%, iets hoger dan in 2013 (3,8%). Ook de gemiddelde verzuimduur is toegenomen van 24 dagen in 2013 naar 29 dagen in 2014. Dit blijkt uit een analyse van ArboNed, gebaseerd op ruim 1 miljoen werknemers.
Bang voor baanverlies
Sinds de zomer van 2014 is het verzuimpercentage stabiel, na een jarenlange daling. Dat gaat gelijk op met de stand van de economie: gaat het economisch slechter, dan neemt het verzuim af en bij economisch herstel stijgt verzuim.
Volgens bedrijfsarts dr. Corné Roelen van ArboNed zijn mensen in een economische recessie bang hun baan te verliezen. “Gaat het economisch beter, dan stijgt het aantal banen en hebben mensen weer wat te kiezen op de arbeidsmarkt. We nemen het dan wat minder nauw met de discipline om tijdens ziekte toch te proberen naar het werk te gaan.”
Meer verzuim door stress
Het verzuim met stressgerelateerde klachten is verder gestegen. In 2013 werd langdurig verzuim in 29% van de gevallen veroorzaakt door stress. Afgelopen jaar had 33% van het langdurig verzuim te maken met stress, vooral onder 25-34 jarigen. Daarmee verschuift psychisch verzuim naar een jongere leeftijdscategorie. ArboNed signaleert in 2014 zelfs dat stressklachten de belangrijkste verzuimoorzaak is onder jonge werknemers
“Flexibilisering van de arbeidsmarkt zou dit kunnen verklaren”, aldus Dr. Ilona van Beek, research consultant bij ArboNed. “Sinds het begin van de economische crisis is het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie met ruim een half miljoen geslonken. Jonge werknemers werken in opeenvolgende tijdelijke banen. Tijdelijke contracten gaan gepaard met baanonzekerheid wat een belangrijke oorzaak van stress is. De stress van een onzeker arbeidsperspectief kan bijdragen aan het psychisch verzuim.”
Jongeren zitten vast
ArboNed constateert dat de huidige jonge werknemers in een lastige tijd de arbeidsmarkt zijn ingestroomd, waarbij het moeilijk is een baan te vinden die past bij de ambities en competenties. Van Beek: “Veel jonge werknemers zitten ‘vast’ in een baan die niet voldoet aan de verwachtingen die ze vooraf hadden van hun carrière, ze vervullen functies die niet goed bij hen passen. Vanuit de context dat ze blij moeten zijn dat ze een baan hebben, hebben ze weinig vertrouwen in de toekomstige kansen.”
Flexibilisering van de arbeidsmarkt betekent ook dat jonge werknemers een grote(re) verantwoordelijkheid hebben voor hun eigen carrière. Zij moeten zich blijven ontwikkelen en bouwen aan een sociaal netwerk om hun positie op de arbeidsmarkt zeker te stellen. Volgens Van Beek is dat lastig voor jongeren omdat zij nog een identiteit moeten vormen en grotere verantwoordelijkheden hebben dan voorheen. Ook hebben zij vaak hoge verwachtingen die niet matchen met de werkelijkheid en dat kan leiden tot frustratie en onverschilligheid.
Zorgtaken soms te veel
Bij andere generaties leveren de verplichtingen thuis vaak tot tijdsdruk en stress. Dit geldt vooral voor jonge gezinnen en geeft een grotere kans op burn-out. Ook bij de oudere werknemers neemt de zorglast toe door de combinatie van mantelzorg en werk.
Bijna de helft van de mantelzorgers is tussen de 45 en 65 jaar. In deze leeftijd hebben veel mantelzorgers naast de zorg voor hun gezin en hun werk ook de zorg voor hulpbehoevende ouders. Van de werkende beroepsbevolking combineert 1 op de 7 werknemers werk met mantelzorgtaken.