Het afgelopen jaar is het aantal bedrijven dat hun werknemers de mogelijkheid biedt om te telewerken licht gedaald. Na jaren van een sterke stijging is voor het eerst een teruggang te zien. Is met deze trendbreuk thuiswerken over over het hoogtepunt heen?
Het afgelopen jaar is het aantal bedrijven dat hun werknemers de mogelijkheid biedt om te telewerken licht gedaald. Na jaren van een sterke stijging is voor het eerst een teruggang te zien.
Is met deze trendbreuk thuiswerken over over het hoogtepunt heen?
CBS-cijfers
Volgens de cijfers van het CBS was er tussen 2004 en 2010 een sterke toename van de werkgevers (met 10 of meer werknemers) die de mogelijkheid tot telewerken aanbood. In 2004 konden werknemers nog maar bij een kwart van de bedrijven telewerken, in 2010 was dat ruim 60 procent. Dit betekent dat in zes jaar tijd het aandeel bedrijven met telewerkers meer dan verdubbeld is.
In 2011 is het aantal bedrijven dat telewerken mogelijk maakt, gedaald tot 59%. Dat blijkt uit de cijfers die CBS onlangs heeft gepubliceerd.
Telewerken onder Europees gemiddelde
En met de nieuwe cijfers ligt Nederland iets onder het Europese gemiddelde van 60%.
Finland heeft naar verhouding de meeste bedrijven met telewerkfaciliteiten: bij acht op de tien bedrijven is er sprake van telewerk. In Frankrijk en Spanje daarentegen is het aandeel bedrijven met telewerkers betrekkelijk laag.
Telewerken vooral in financiële en ICT-sector
In Nederland ondersteunen vooral werkgevers in de financiële en ICT-sector telewerken op grote schaal. In deze branches gaat het om negen op de tien bedrijven.
"Het vele gebruik van computers bij het werk in deze branches vergemakkelijkt het aanbieden van telewerkfaciliteiten", verklaart CBS dit hoge percentage.
In sectoren waarbij een groot deel van het personeel fysiek aanwezig moet zijn, doen bedrijven veel minder aan telewerken. Zo komt telewerken in de bouw bij minder dan de helft van de bedrijven voor. Hekkensluiter is de horeca, waar ruim een kwart van de bedrijven over telewerkfaciliteiten beschikt.
Telewerken en thuiswerken
Voor de fijnproevers: in de definities van het CBS zijn telewerken en thuiswerken overigens niet precies hetzelfde.
De overeenkomst tussen thuiswerken en telewerken is dat de werknemer zijn werk niet doet vanaf een vaste werkplek bij de werkgever.
Bij thuiswerken werkt de werknemer vanuit de eigen woning. Het is daarbij niet nodig dat de werknemer toegang heeft tot de informatiesystemen van de werkgever. Voor telewerken is dit, volgens de definitie van het CBS, juist wel een voorwaarde.
Het Nieuwe Werken: over hoogtepunt?
Zijn thuiswerken en Het Nieuwe Werken over hun hoogtepunt heen, nu iets minder werkgevers telewerken mogelijk maken? Dat is nu nog moeilijk te zeggen.
Een deel van de verklaring kan natuurlijk zijn dat de financiële en ICT-sector waar telewerken het populairst is, de afgelopen jaren stevige klappen hebben gekregen.
Maar toch lijkt er meer aan de hand. Misschien is de telewerk-trend niet eens zo heel groot, ondanks al het lawaai dat we erover horen. Het aantal werkgevers dat telewerken mogelijk maakt, zegt niet alles over het aantal telewerkers. In 2010 toen ruim 60% van de werkgevers telewerk-faciliteiten had, maakte slechts 16% van de werknemers hiervan gebruik.
Meer aandacht voor nadelen
Duidelijk is wel dat onder invloed van de economische crisis de afgelopen jaren meer aandacht is gekomen voor de nadelen van Het Nieuwe Werken.
Zo missen thuiswerkers vaak sociaal contact en in een tijd van ontslagen laten werknemers graag hun gezicht op kantoor zien.
En een werkgever als Yahoo maakte dit jaar een einde aan het thuiswerken omdat dit niet goed is voor de communicatie binnen het bedrijf, de samenwerking en de snelheid/kwaliteit van het werk.
Gaat het alleen om een correctie op de uitwassen van Het Nieuwe Werken? Of vallen werkgevers (en werknemers) straks massaal terug op het traditionele werken? Het laatste lijkt moeilijk voorstelbaar. Zeker als de Nieuwe Werkers hun argumenten met meer cijfers weten te onderbouwen, die ook werkgevers overtuigen.