Thuiswerken is niet geschikt voor alle werknemers. Want de helft van de Nederlandse mkb-medewerkers heeft last van burn-outverschijnselen nu ze thuis moeten werken. Werknemers ervaren te weinig verschil tussen werk en privé, waardoor ze ‘altijd aan staan’. Ook vrezen thuiswerkers dat ze ‘onzichtbaar’ worden voor de werkgever en vrezen zij voor ontslag. Vooral jongere werknemers tussen de 18 tot 25 jaar hebben veel vitaliteit verloren.
Vergelijkingssite voor software Capterra deed onderzoek onder 882 werkenden uit het Nederlandse mkb in de maand januari 2021. Daaruit blijkt dat werknemers die thuis werken het niet altijd makkelijk hebben. Want ruim een kwart (27%) van de thuiswerkers zegt last te hebben van een lichte burn-out, terwijl nog eens een kwart (23%) aangeeft dat het om een matige tot zware burn-out gaat.
Dankzij het thuiswerken hebben werknemers wel meer fysieke vrijheid gekregen, maar daarvoor in de plaats hebben zij aan geestelijke vrijheid ingeboet. Dat maakt grote groepen werknemers kwetsbaar. Daarom is het extra belangrijk de signalen van een te grote arbeidsbelasting te herkennen en maatregelen te nemen om verzuim te vermijden.
Werknemer heeft gevoel altijd ‘aan te moeten staan’
De oorzaak van de burn-out is vaak stress. Want 36% van de ondervraagde werknemers voelt zich meer gestrest sinds ze zijn overgestapt op thuiswerken. Dat komt onder andere door een te hoge werkdruk (25% ervaart stress door werkdruk) of de angst om hun baan te verliezen (29%), maar het komt vooral door het gebrek aan scheiding tussen werk en privéleven (58% van de thuiswerkers noemt dit als bron van stress).
Werk en privé vermengen steeds meer. Hierdoor zakt de productie van stresshormonen nooit geheel en ontstaat het gevoel altijd ‘aan’ te staan. Dat werknemers altijd aan staan blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat 69% van de ondervraagde thuiswerkers soms of vaak overuren maakt, 64% beantwoordt werkgerelateerde berichten ook meteen buiten werktijd. Ook in het weekend beantwoordt 51% soms of vaak nog hun werkmail. Toen er op kantoor werd gewerkt gebeurde dit ook al, maar in mindere mate dan nu, blijkt uit het onderzoek.
Werkgevers moeten beter voor thuiswerkers zorgen
Thuiswerken komt dus met nieuwe soorten fysieke en psychosociale arbeidsbelasting. Voor de werkgever bestaat een wettelijke verplichting om voor een veilige en gezonde werkomgeving te zorgen (de zorgplicht vanuit de Arbowet). Deze zorgplicht geldt ook voor thuiswerkers en houdt in dat werkgevers verplicht zijn zowel de fysieke als mentale risico’s die gepaard gaan met thuiswerken te inventariseren en hier actief beleid tegen te voeren en medewerkers te instrueren. Daarin schieten veel mkb-organisatie nu echter tekort.
Want 37% van de ondervraagde thuiswerkers heeft hun mentale gezondheid namelijk nog nooit met hun manager besproken sinds het begin van de coronapandemie. 27% heeft het besproken als onderdeel van een groep (door een online vragenlijst in te vullen bijvoorbeeld) en 26% heeft het persoonlijk met een leidinggevende besproken. 57% van de thuiswerkers heeft ook geen voorlichting ontvangen over hoe ze hun mentale gezondheid kunnen beschermen sinds ze thuiswerken.
Thuiswerker moet zichzelf ook helpen
Slechts 28% van de ondervraagde mkb-thuiswerkers heeft instructies ontvangen over het inrichten van hun thuiswerkplek met een beeldscherm, toetsenbord, tafel en stoel op de goede hoogte en positie. Een derde heeft wel instructies ontvangen over het nemen van pauzes tijdens beeldschermwerk, maar meer dan een derde (39%) heeft helemaal geen voorlichting ontvangen.
Het is natuurlijk ook de verantwoordelijkheid van de werknemer zelf om de eigen gezondheid te bevorderen. Maar slechts 27% van de respondenten maakt een dagplanning en maar 31% zet zijn computer ook echt uit na het werk. Slechts 38% houdt de werkplek gescheiden van de plek waarin men ontspanning zoekt. Bijna de helft (48%) gaat wel even van de werkplek weg als er een pauze wordt genomen om zowel het lichaam als de geest even afstand te gunnen van het werk.