Goed werkgeverschap leidt tot tevreden werknemers. Maar hoe kun je als werkgever nog bijdragen aan het geluk van werknemers in een land waar 9 op de 10 volwassenen zich gelukkig voelt? Met meer aandacht voor alleenstaanden zonder kinderen misschien, want zij zijn minder vaak gelukkig.

Het wordt kerst, dus is het tijd om even stil te staan bij het geluksgevoel van de Nederlanders, dacht het CBS. En daarmee blijkt het over het algemeen wel goed te zitten, omdat 9 van de 10 Nederlanders zich gewoon gelukkig voelt. Wel blijkt het geluksgevoel afhankelijk te zijn van de gezinssamenstelling.

Meer aandacht nodig voor kinderloze alleenstaanden
Veel onderdelen van het personeelsbeleid zijn er (terecht) op gericht om ouders met jonge kinderen tegemoet te komen. Zij verkeren in de drukste periode van hun leven en kunnen dus wel wat steun van de werkgever gebruiken. Dat is voor een deel ook gezond eigenbelang, want met ondersteuning blijven de jonge ouders ook beter functioneren op het werk.

Maar werkgevers doen er misschien ook goed aan om te bekijken of deze ondersteuning niet ten koste gaat van alleenstaanden zonder kinderen. Want de happy single die we op de TV en in de bladen zien, is in werkelijkheid niet altijd zo gelukkig. Van deze groep voelt 'slechts' 77 procent zich gelukkig.  Overigens geldt dat 18- tot 25-jarigen wel even gelukkig zijn mét, als zonder partner.

Maar wanneer een kwart van de alleenstaande werknemers niet gelukkig is, kan dat ook een weerslag hebben op het functioneren. Reden genoeg voor werkgevers om te bekijken of de faciliteiten op het werk ook voor singles aantrekkelijk zijn, of ze in ieder geval niet benadelen.

Kinderen maken soms verschil
In de periode 2008-2010 gaf meer dan 80 procent van de mensen die niet samenwonen met een partner aan dat ze gelukkig zijn. Van de personen die wèl samenwonen met een partner is 92 procent gelukkig.

Voor stellen maken kinderen geen verschil in het ervaren geluk, maar bij alleenstaanden maakt dit wel uit. Alleenstaande ouders zijn vaker gelukkig (85 procent) dan alleenstaanden zonder thuiswonende kinderen (77 procent).
 
Laagopgeleiden vaker gelukkig mét partner
Laagopgeleiden blijken minder vaak geluksgevoel te hebben dan middelbaar- of hoogopgeleiden. Daarnaast zijn laagopgeleiden mét een partner veel vaker meer gelukkig, dan middelbaar- en hoogopgeleiden. Onder laagopgeleiden is het verschil ruim 13 procentpunten, terwijl dit onder middelbaar- en hoogopgeleiden ruim 10 procentpunten bedraagt.

Gelukkige volwassenen, met en zonder partner, naar opleidingsniveau, 2008/2010

45- tot 65-jarigen vaker gelukkig mét partner
18- tot 25-jarigen zijn gemiddeld even gelukkig met als zonder partner. Volwassenen ouder dan 25 jaar zijn vaker gelukkig met een partner dan zonder. Vooral onder mensen van 45 tot 65 jaar is dit verschil groot: 21 procentpunten. Dit komt vooral doordat 45- tot 65-jarigen zonder partner minder vaak gelukkig zijn dan mensen zonder partner in de overige leeftijdsgroepen.