De Nederlandse economie blijft met 1,8% per jaar groeien van 2018-2021. Daardoor daalt de werkloosheid in 2012 naar 5,5% en stijgt het besteedbaar inkomen.
Dat zijn conclusies uit de Middellangetermijnverkenning die het Centraal planbureau (CPB) vandaag uitbrengt. Het CPB brengt traditioneel een jaar voor de verkiezingen een MLT-verkenning uit waarin de economische ontwikkeling wordt geschetst voor de volgende kabinetsperiode, als het huidige kabinetsbeleid wordt voortgezet.
Minder werklozen en meer productie
De gemiddelde groei van 1,8% per jaar komt vooral door productiviteitsgroei en veel minder door extra arbeidsaanbod. De consumptie van huishoudens groeit met 1,0% per jaar. Het besteedbaar inkomen van alle huishoudens neemt voornamelijk toe doordat de werkgelegenheid stijgt. De investeringen groeien met 2,7% per jaar.
Daarmee is de groei van de consumptie en investeringen bescheiden in vergelijking met de periode 2014-2017. De uitvoer profiteert van een aantrekkende wereldhandel, maar wordt anderzijds geremd door een duurder wordende euro. De groei gaat gepaard met een daling van de werkloosheid naar 5,5% in 2021 en een inflatie van 1,6%.
Geen koopkrachtstijging, wel voor werkenden
Gemiddeld kunnen huishoudens in de jaren 2018-2021 niet rekenen op een koopkrachtstijging. Werkenden zien hun koopkracht wel iets toenemen door een reële contractloonstijging van 0,3% per jaar.
De koopkracht van gepensioneerden en uitkeringsgerechtigden wat af met 0,2% per jaar, ook omdat de aanvullende pensioenen niet meer stijgen, of zelfs iets dalen. Na 2021 neemt de inkomensongelijkheid verder toe, denkt het CPB.
Buitenland kan groei remmen
Een bedreiging voor de groei, zijn de internationale ontwikkelingen. Een nieuwe schuldencrisis, de mogelijke Brexit, terroristische dreiging, het monetaire beleid in Europa en de VS of de groei in China en andere opkomende landen: het kan allemaal remmend werken op de economische groei, de inflatie en de ontwikkeling van de werkgelegenheid in Nederland.