Ziekteverzuim blijft 4 procent

Minder vaak, maar wel langer verzuim.

Nederlandse werknemers waren in 2005 gemiddeld vier procent van de werktijd afwezig wegens ziekte. Dat was evenveel als in 2004. De verzuimfrequentie nam vorig jaar af, maar daar stond tegenover dat de verzuimduur iets toenam. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Sinds 2004 krijgen werknemers twee jaar hun salaris doorbetaald door de werkgever. Dat is nu voor het eerst te zien in de cijfers over 2005. De gevolgen voor de verzuimcijfers vallen erg mee, want maar 0,1 procentpunt (van de vier procent verzuim) is afkomstig van werknemers die in 2004 ziek werden en langer dan één jaar ziek waren.

Ouderen minder vaak ziek
Onder oudere werknemers (van 55 tot 65-jaar) nam het verzuim toe: van 5,5 procent in 2004 naar 6,1 procent in 2005. Werknemers vanaf 55 jaar zijn gemiddeld minder vaak ziek dan werknemers van 25 tot 55 jaar, maar hun verzuim duurt per ziekmelding wel langer.

Het verzuimpercentage van werknemers jonger dan 35 jaar nam in 2005 juist af. Jongeren tot 25 jaar hebben met 1,6 procent het laagste ziekteverzuim en zijn het minst vaak ziek.

Ook het verzuimpercentage van niet-westerse allochtonen daalde, van 4,7 naar 4,5 procent. Alleen onder Surinamers daalde het verzuim niet. Het ziekteverzuim onder autochtonen bleef met 3,9 procent gelijk ten opzichte van 2005.

Jeugdige horeca
Van alle onderzochte bedrijfstakken had de horeca in 2005 met 2,1 procent het laagste ziekteverzuim. Volgens het CBS komt dat vanwege het grote aandeel jongeren in die bedrijfstak.

Bij de overheid is het verzuim met 5,4 procent hoogst. In de zakelijke dienstverlening daalde het ziekteverzuim het sterkst, van 3,5 naar 3,1 procent.

De verzuimcijfers die het CBS berekende zijn exclusief de landbouw en visserij, de zorg, het onderwijs en financiële instellingen.
Doorsturen:

Neem een abonnement en download 460 exclusieve vakartikelen en 311 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?