Naast de invoering van nieuwe sociaaleconomische beleidsplannen voor 2025, moeten HR-professionals ook rekening houden met een reeks fiscale wijzigingen die direct invloed hebben op de werkvloer. De fiscale plannen hebben hun uitwerking op vergoedingen aan werknemers en op het arbeidsvoorwaardenpakket voor volgend jaar. In dit artikel geeft Personeelsnet een overzicht van de belangrijkste veranderingen zoals gepresenteerd in het Belastingplan 2025.
Deze maatregelen zijn te vinden in de belastingplanstukken voor 2025 die aan de Tweede Kamer zijn voorgelegd. Wijzigingen zijn dus nog mogelijk; bovendien is het gebruikelijk dat het Belastingplan later in het jaar nog wordt aangepast en bijgewerkt.
-
Thuiswerkvergoeding gaat omhoog
Werknemers die thuiswerken kunnen daarvoor een onbelaste vergoeding krijgen van hun werkgever, als bijdrage in hun kosten voor verwarming, elektriciteit en een kop koffie. De onbelaste thuiswerkvergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd en stijgt in 2025 naar €2,40 per dag, een verhoging van 2,13%. Nu is de belastingvrije vergoeding nog €2,35 per dag.
-
Vrije ruimte werkkostenregeling (WKR) blijft ongewijzigd
In het Belastingplan staat nauwelijks iets over de WKR. Dit betekent waarschijnlijk dat de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling (WKR) in 2025 gelijk blijft aan die van 2024.
Met de WKR kunnen werkgevers een vast percentage van de loonsom onbelast besteden aan vergoedingen en verstrekkingen voor hun werknemers. Bij overschrijding van deze ruimte moet de werkgever een eindheffing van 80% betalen.
De percentages voor 2025 zijn:
- Tot een loonsom van €400.000: 1,92%
- Boven €400.000: 1,18%
-
Gerichte vrijstelling voor buitenlandse OV-reizen
Vanaf 2025 mogen werkgevers hun werknemers belastingvrij OV-abonnementen en kortingskaarten verstrekken voor zowel binnenlandse als buitenlandse reizen. Voorwaarde is wel dat de OV-kaart (ook) zakelijk wordt gebruikt. Registratie van het gebruik is niet verplicht zolang er sprake is van enig zakelijk gebruik.
-
Bijtelling voor elektrische auto’s stijgt
Voor volledig elektrische auto’s van de zaak wordt de bijtelling in 2025 verhoogd. Voor auto's met een cataloguswaarde tot €30.000 geldt een bijtelling van 17%, terwijl voor bedragen daarboven de bijtelling op 22% blijft. In 2026 verdwijnt dit onderscheid, en geldt voor alle elektrische auto’s een bijtelling van 22%.
-
Eindheffing bestelauto’s verhoogd
Voor bestelauto’s die door meerdere werknemers afwisselend worden gebruikt, is het lastig om de fiscale bijtelling voor privégebruik te berekenen. Daarom geldt een vaste eindheffing per bestelauto. Deze heffing stijgt van €300 naar €438 per auto per jaar in 2025. Vanaf 2026 wordt dit bedrag jaarlijks geïndexeerd.
-
BPM voor bestelauto’s
Ondernemers moeten vanaf 2025 bpm betalen bij de aanschaf van bestelauto’s met een grijs kenteken. Voor dieselauto’s bedraagt de bpm 37,7% van de nieuwprijs, terwijl voor benzine- en lpg-auto’s de bpm iets lager is. Elektrische bestelauto’s blijven vrijgesteld van bpm, en er is nog een SEBA-subsidie van maximaal €5.000 beschikbaar tot eind 2024 voor de aanschaf van elektrische bestelauto’s.
-
Verlenging accijnskorting op autobrandstoffen
De tijdelijke verlaging van de accijns op autobrandstoffen, die oorspronkelijk zou aflopen op 1 januari 2025, is met een jaar verlengd. Dit biedt enige verlichting in de kosten voor (zakelijke) automobilisten.
-
Verhoging maximumpremieloon voor werknemersverzekeringen
Het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen wordt verhoogd van €71.628 naar €75.860 per jaar. Dit betekent dat werkgevers over een hogere loonsom premies verschuldigd zijn.
-
Afschaffing Lage Inkomensvoordeel (LIV)
Het Lage Inkomensvoordeel (LIV), dat werkgevers stimuleerde om werknemers met lage lonen aan te nemen, wordt per 1 januari 2025 afgeschaft. Het UWV zal de LIV-subsidie over de gewerkte uren in 2024 nog wel uitbetalen.
-
Afbouw Loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere werknemers
Het Loonkostenvoordeel (LKV) voor oudere werknemers (56 jaar en ouder) wordt in 2025 verlaagd van €3,05 naar €1,35 per verloond uur. De regeling wordt in 2026 helemaal afgeschaft voor dienstverbanden die na 1 januari 2024 zijn begonnen.
-
Beperking belastingvoordeel voor expats
De 30%-regeling voor buitenlandse werknemers, waarmee werkgevers 30% van het salaris belastingvrij kunnen vergoeden, wordt in 2027 verlaagd naar 27%. Voor 2025 en 2026 blijft de 30%-regeling nog van kracht. Expats die vóór 1 januari 2024 zijn begonnen, behouden vijf jaar lang de 30%-regeling.
-
Herziening WW-premie
De Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) zorgt ervoor dat werkgevers een lage WW-premie betalen voor werknemers met een contract voor onbepaalde tijd. Vanaf 2025 wordt een voltijdscontract gedefinieerd als een gemiddelde werkweek van meer dan 30 uur, in plaats van 35 uur. Dit vermindert het aantal herzieningen van de WW-premie.