Nederland trekt vooral arbeidsmigranten met lage opleiding.

Hoogopgeleide buitenlandse kenniswerkers gaan het liefst aan de slag in landen waar ze het meest kunnen verdienen. Nederland hoort daar niet bij, want ons land is een ‘genereuze welvaartsstaat’ waarin de inkomens sterk herverdeeld worden. Hierdoor is Nederland juist aantrekkelijk voor arbeidsmigranten met een lage opleiding. Dat blijkt uit een studie van het Centraal Planbureau (CPB) die op 23 oktober 2007 is gepresenteerd.

In de studie van het CPB worden twee soorten welvaartsstaten besproken: een genereuze welvaartsstaat, zoals Nederland, met relatief veel inkomensherverdeling. En een karige welvaartsstaat, zoals de VS, met nauwelijks inkomensherverdeling.

Doordat in Nederland het verdiende geld flink wordt belast, kunnen de inkomensverschillen hier kleiner zijn. Nederland is daardoor vooral aantrekkelijk voor migranten met een lage opleiding. Hier kunnen ze namelijk veel meer geld verdienen dan in hun eigen land.

Selectief beleid
Nederland wil een kenniseconomie zijn en moet daarvoor buitenlandse kenniswerkers binnenhalen met een hoge opleiding. Maar dergelijke hoogopgeleide arbeidsmigranten werken liever in landen waar minder belasting wordt geheven. Daar kunnen zij hun hoge opleiding namelijk veel beter te gelde maken.

Landen met een herverdelende welvaartsstaat, zoals Nederland, moeten daarom beleid maken voor selectieve arbeidsmigratie. Landen met een dergelijk selectief beleid, waaronder Australië en Canada, slagen er volgens de studie in om relatief veel hooggeschoolde arbeidsmigranten aan te trekken.

Extra inspanning
Om buitenlandse kenniswerkers naar ons land te halen, moeten we wel een extra inspanning leveren om toch financieel of anderszins aantrekkelijk te zijn, zo stelt de studie van het CPB. Dat kan bijvoorbeeld door kenniswerkers fiscale voordelen te bieden in de eerste jaren van hun verblijf in Nederland. Ook helpt het om de procedures te vereenvoudigen voor buitenlandse kenniswerkers die hier aan de slag willen.