"Mijn volgende stap? Manager worden natuurlijk." Heel wat managers krijgen dat te horen tijdens een loopbaangesprek (of heet dat bij u POP-gesprek?) met een jonge werknemer die vorig jaar vers van de universiteit is geplukt. Waar leidinggevenden nu vaak bezig zijn met het managen van de carrière-verwachtingen van de ongeduldige nieuwe generatie, kan dat weleens een verkeerde strategie blijken te zijn. Want volgens Het Financieele Dagblad hebben dertigers niet (meer) zo'n trek in het management-vak. Te hard werken, te veel gedoe. En jonge managers die er de brui aan willen geven, lopen tegen een taboe aan. It's not done. En om de CV's daar niet onder te laten lijden, nemen ze, volgens het FD, hun toevlucht tot allerlei smoesjes. "De bedoeling is dat je na je studie een baan kiest op startniveau, zoals junior product manager. Dat doe je een paar jaar en dan groei je door naar de volgende functie. Na een paar stapjes word je manager. Wie dat niet wil, past niet in het systeem. Dat is gericht op groeien", aldus het FD. Als jonge potentiële leidinggevenden er geen zin meer in hebben, moeten we het werk maar anders organiseren, concludeert collega-weblogger Willem Scheepers. Hij zoekt de oplossing in "de 'eigen verantwoordelijkheid' c.q. de 'zelfwerkzaamheid' van ieder individu". Dat lijkt me zeker een deel van de oplossing. Niet in plaats van management, maar wel om sturen op hoofdlijnen mogelijk te maken. Want als we het FD mogen geloven, is het probleem vooral hoe jonge managers hun vak zien: mensen achter de vodden zitten en veel uren maken. Hoeveel cursussen en managementboeken zijn er nog nodig om te leren dat er andere, meer effectieve manieren zijn om medewerkers te motiveren (en om als manager zelf meer plezier in het werk te hebben)?
"Mijn volgende stap? Manager worden natuurlijk." Heel wat managers krijgen dat te horen tijdens een loopbaangesprek (of heet dat bij u POP-gesprek?) met een jonge werknemer die vorig jaar vers van de universiteit is geplukt.
Waar leidinggevenden nu vaak bezig zijn met het managen van de carrière-verwachtingen van de ongeduldige nieuwe generatie, kan dat weleens een verkeerde strategie blijken te zijn. Want volgens Het Financieele Dagblad hebben dertigers niet (meer) zo'n trek in het management-vak. Te hard werken, te veel gedoe. En jonge managers die er de brui aan willen geven, lopen tegen een taboe aan. It's not done.
En om de CV's daar niet onder te laten lijden, nemen ze, volgens het FD, hun toevlucht tot allerlei smoesjes. "De bedoeling is dat je na je studie een baan kiest op startniveau, zoals junior product manager. Dat doe je een paar jaar en dan groei je door naar de volgende functie. Na een paar stapjes word je manager. Wie dat niet wil, past niet in het systeem. Dat is gericht op groeien", aldus het FD.
Als jonge potentiële leidinggevenden er geen zin meer in hebben, moeten we het werk maar anders organiseren, concludeert collega-weblogger Willem Scheepers. Hij zoekt de oplossing in "de 'eigen verantwoordelijkheid' c.q. de 'zelfwerkzaamheid' van ieder individu".
Dat lijkt me zeker een deel van de oplossing. Niet in plaats van management, maar wel om sturen op hoofdlijnen mogelijk te maken. Want als we het FD mogen geloven, is het probleem vooral hoe jonge managers hun vak zien: mensen achter de vodden zitten en veel uren maken.
Hoeveel cursussen en managementboeken zijn er nog nodig om te leren dat er andere, meer effectieve manieren zijn om medewerkers te motiveren (en om als manager zelf meer plezier in het werk te hebben)?