De ontslagpraktijk in Nederland is onnodig ingewikkeld en kostbaar, waardoor werkgevers niet snel mensen in dienst nemen, vinden de vijf partijen die het begrotingsakkoord voor 2013 sloten. Vanaf 2014 gaat het hele ontslagstelsel daarom op de schop.
Het begrotingsakkoord voor 2013 kijkt op verschillende punten ook verder, bijvoorbeeld op het punt van het ontslagrecht. Dat gaat in 2014 op de schop, waardoor de arbeidsmarkt moet verbeteren en de overheid geld kan besparen dat nu aan uitkeringen wordt uitgegeven. Omdat de invoering van een nieuw ontslagstelsel tijd kost en nu al geld nodig is, moeten werkgevers in 2013 alvast eenmalig 500 miljoen euro extra premie betalen.
Te weinig arbeidsmobiliteit
Nederland kent een relatief lage werkloosheid en een hoge arbeidsparticipatie. Maar qua arbeidsmobiliteit schiet de Nederlandse arbeidsmarkt tekort, zeker voor oudere werknemers. Dat stellen de vijf partijen die het begrotingsakkoord voor 2013 sloten.
Werkgevers zijn nu huiverig om werknemers aan te nemen of ze een contract voor onbepaald tijd aan te bieden. Dat komt doordat werknemers een hoog niveau van ontslagbescherming hebben. Daar komt bij dat er sprake is van onvoldoende activering en omscholing bij ontslag. Tot slot is het ontslagsysteem onnodig complex en daarmee kostbaar. De verschillende routes voor ontslag (UWV en kantonrechter) leiden bovendien tot ongelijke behandeling in soortgelijke gevallen.
Drie hoofdelementen ontslag
Het begrotingsakkoord doet daarom voorstellen om de arbeidsmarkt vlot te trekken. De plannen bevatten drie hoofdelementen:
Ontslag via UWV verdwijnt
Er komt nog maar één eenduidige ontslagroute voor iedereen. Dat gebeurt via een civielrechtelijk repressief stelsel met een verplichte hoorprocedure in het bedrijf. Hiermee wordt voorkomen dat werknemers in soortgelijke gevallen verschillend worden behandeld, al naar gelang de route die de werkgever bewandelt. Ook de uitvoeringskosten en administratieve lasten worden door het nieuwe stelsel gereduceerd.
In geval van kennelijk onredelijk ontslag, bijvoorbeeld bij discriminatie, blijft de gang naar de rechter mogelijk. Strakke wettelijke normen moeten onnodige juridische haarkloverij daarbij voorkòmen.
Werkgever betaalt WW
De gecombineerde hervorming van de WW en het ontslagrecht betekent dat de werkgeversuitgaven bij het beëindigen van dienstverbanden anders worden aangewend: tegenover het feit dat werkgevers maximaal de eerste zes maanden gaan betalen staat dat de ontslagvergoedingen worden beperkt.
Het betalen van (maximaal) de eerste zes maanden van de WW levert volgens de vijf partijen een belangrijke bijdrage aan het herstel van de overheidsfinanciën. Wel gaan ze nog bekijken of er een uitzondering moet komen voor kleine werkgevers voor wat betreft de betaling van de eerste maanden van de WW.
Van werk naar werk begeleiden
Het feit dat de werkgever maximaal de eerste 6 maanden van de WW betaalt, geeft hem een belang om de werknemer actief te ondersteunen en begeleiden bij het vinden van nieuw werk. De werknemer krijgt een kleinere ontslagvergoeding, die bovendien moet worden besteed aan scholing of van-werk-naar-werktrajecten.
Dit regels gaan ook gelden voor mensen met tijdelijke contracten. Werkgevers gaan na beëindiging van deze contracten ook betalen voor (maximaal) de eerste 6 maanden WW. Dat geeft werkgevers er een belang bij om te investeren in de scholing en duurzame inzetbaarheid van tijdelijke werknemers, zowel tijdens als direct na het beëindigen van het dienstverband.