Er zijn zo veel werklozen, daar moeten we wat aan doen. Dat gebeurt ook, door mensen met een uitkering te activeren met een re-integratietraject. Maar hebben al die inspanningen eigenlijk wel zin? Ja, re-integratietrajecten werken, maar je moet wel over een langere termijn kijken om de positieve effecten te kunnen zien.
Dat blijkt uit een onderzoek naar de langetermijneffecten van re-integratie door SEO in opdracht van het ministerie van SZW. Het onderzoek was nodig, omdat we nog niet wisten of re-integratie op de lange termijn wel effectief is. Er is bijvoorbeeld weinig zicht op, of mensen langere tijd na de re-integratie een baan vinden en welke kwaliteit die baan heeft. Voor het onderzoek zijn twee groepen bekeken: één die in 2003 in de bijstand of WW terecht kwam en een groep die in 2006 de WW is ingestroomd.
Re-integratie is effectiever dan je denkt
Uit het onderzoek blijkt dat re-integratietrajecten vaak effectiever zijn dan gedacht. Wanneer je alleen naar de korte termijn kijkt, lijken de effecten eerder negatief. Werklozen zijn dan juist druk bezig met hun traject en hebben dan (ironisch genoeg) minder tijd en aandacht om werk te zoeken. Maar op de lange termijn, tot acht jaar na de start van het traject, blijkt de kans op werk groter.
Re-integratietrajecten zijn vooral effectief voor uitkeringsgerechtigden met een lage kans op een baan, zoals laagopgeleiden en mensen zonder recente werkervaring.
Blijvend hogere kans op een baan
Mooi bijeffect is ook, dat de baanvindkans na re-integratie positief blijft: want wie eenmaal een baan heeft gevonden, houdt ook in de toekomst een hogere kans op werk. Dit kan omdat de werknemer dezelfde baan behoudt, of omdat hij vanuit een baan makkelijker een andere baan vindt dan vanuit werkloosheid.
Zelfs als dat werk onverhoopt weer ophoudt, blijft de kans op ander werk groter, omdat recente werkervaring aantrekkelijker is voor een nieuwe werkgever.