De wereld staat op een kantelpunt wanneer het gaat om belangrijke maatschappelijke kwesties als klimaatverandering en inkomensongelijkheid, denken jonge werknemers. Ze verwachten van hun werkgever dat die meer doet om de wereld een stukje beter te maken, om te beginnen op het werk. In Nederland lijken jongeren wel iets relaxter dan in de rest van de wereld.

De tiende Deloitte Global 2021 Millennial and Gen Z Survey laat zien dat na een jaar van diepe onzekerheid, millennials en generatie Z’ers vinden dat de wereld op een kantelpunt staat. De coronapandemie zorgt voor veel stress in de samenleving, waarin werknemers en werkgevers gezamenlijk een nieuwe balans moeten vinden. Het onderzoek laat ook zien dat jongeren meer politiek betrokken zijn en maatschappelijke veranderingen aanjagen. Ze verwachten bijvoorbeeld dat bedrijven en regeringen meer doen om klimaatverandering tegen te gaan om het milieu te beschermen.

Minder positief over rol werkgevers
Jongeren denken minder positief over bedrijven en werkgevers. Minder dan de helft van de millennials (47 procent) en generatie Z'ers (48 procent) vindt nog maar dat het bedrijfsleven een positieve invloed heeft op de samenleving. Het is voor het eerst dat dit cijfer onder de 50 procent daalt.

Ook de loyaliteit naar werkgevers is iets afgenomen ten opzichte van een recordhoogte vorig jaar. Meer millennials en generatie Z'ers zouden nu, als zij de mogelijkheid hebben, hun huidige werkgever binnen twee jaar verlaten (respectievelijk 36 procent en 53 procent, vergeleken met 31 procent en 50 procent in 2020).

Nederlandse jongeren zijn het minst gestrest
Financiën, gezinswelzijn en vooruitzichten op een baan zijn de belangrijkste stressfactoren. In Nederland voelt 27 procent van de millennials en 35 procent van de generatie Z’ers zich altijd of bijna altijd gestrest, lager dan in de rest van de wereld. Deze stress heeft invloed op de werkplek. In Nederland is een meerderheid (54 procent) van generatie Z wel positief gestemd over de ondersteuning van hun werkgever tijdens de pandemie. Wereldwijd geeft slechts 40 procent aan tevreden te zijn over hun werkgever op dit vlak.

“Het creëren van open en inclusieve werkplekken, waar mensen zichzelf kunnen zijn en stress, angst of andere problemen bespreekbaar kunnen maken, is cruciaal, zeker na afgelopen jaar”, zegt Petra Tito, Chief Human Resources Officer bij Deloitte. “Werkgevers hebben meer dan ooit de verantwoordelijkheid om samen met werknemers de juiste balans te vinden tussen werk en privé. Zij moeten een werkomgeving creëren waarin het welzijn van werknemers wordt ondersteund en gewaarborgd en waar ruimte is voor creativiteit en sociale interactie.”

Bedrijven moeten van jongeren zorgen voor milieu
In Nederland maken millennials zich nog steeds het drukst om het milieu (36 procent), gevolgd door gezondheid (34 procent) en inkomensongelijkheid (19 procent). Ook voor generatie Z blijven milieukwesties wereldwijd het grootste punt van zorg (26 procent).

Ongeveer 60 procent van de millennials en generatie Z’ers vreest dat het bedrijfsleven vanwege de coronacrisis minder betrokken zal zijn bij het tegengaan van klimaatverandering. Slechts 22 procent van de millennials en 20 procent van de generatie Z-respondenten in Nederland gelooft dat de pandemie aanjager is voor andere generaties om persoonlijk actie te ondernemen om het milieu en klimaat positief te beïnvloeden.

Grotere zorgen over inkomensongelijkheid
Jongeren hebben steeds meer zorgen over hun persoonlijke financiële situatie, maar ongelijke welvaart wordt ook gezien als een groter maatschappelijk probleem. Twee derde van de ondervraagde millennials (69 procent) en generatie Z'ers (66 procent) denkt dat rijkdom en inkomen ongelijk verdeeld zijn in de samenleving. In Nederland is men iets positiever gestemd, hier deelt 53 procent van de millennials en 55 procent van de generatie Z’ers deze mening.

Wereldwijd heeft bijna een derde gestemd op politici die de inkomensongelijkheid willen verminderen, in Nederland ligt dat percentage op 21 procent. Volgens ongeveer 60 procent van de respondenten zou wetgeving om het verschil in beloning tussen topmanagers en overige werknemers te beperken aanzienlijk helpen. Meer dan de helft van de respondenten zegt dat een universeel basisinkomen dit probleem zou kunnen verhelpen.

MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief

Doorsturen: