Nederlanders tevreden met wetgeving over seksuele intimidatie

Grenzen ongewenst gedrag voor iedereen op de werkvloer wel duidelijk.

Het kabinet heeft onlangs voorgesteld om de bewijslast voor seksuele intimidatie ‘om te draaien’, zodat de aangeklaagde moet bewijzen dat deze geen ongepaste daden heeft begaan. Uit een onderzoek van DotWise in opdracht van MegaJobs ( www.megajobs.nl ) blijkt dat er geen breed draagvlak is om de wetgeving in Nederland aan te passen.

Uit het onderzoek blijkt dat de afwijzende houding van Nederlanders tegenover seksuele intimidatie groot is. Ook is iedereen het er wel over eens waar de grenzen liggen. Een knipoog of een hand op de schouder kan nog (net). Maar een tikje op de bil, of een opmerking over de borsten of billen, beschouwt het overgrote deel van de mannen en vrouwen als ongewenst gedrag op het werk.

Een grote meerderheid (66% mannen, 73% vrouwen) vindt ook dat de verantwoordelijkheid voor ongewenste intimiteiten niet bij het slachtoffer gezocht mag worden. Opvallend is wel dat bijna tweemaal zoveel vrouwen (24%) als mannen (14%) wel degelijk vindt dat het slachtoffer zelf aan het ongewenste gedrag debet is, door ’te uitnodigend gedrag’ of ‘te sexy kleding’.

Ruim tweederde (68%, zowel mannen als vrouwen) is van mening dat de algemene wetgeving in ons land voldoende is. Wel vindt zo’n 1 op 5 vrouwen het geen gek idee om hierover toch bepalingen op te nemen in arbeidsovereenkomsten; iets wat overigens in veel CAO’s al het geval is.

Voor het onderzoek zijn 252 beroepsmatig werkzame mensen ondervraagd (130 mannen en 122 vrouwen), in de leeftijd van 18 t/m 60 jaar, autochtonen en allochtonen met een opleidingsniveau van tenminste MBO. Niet meegenomen in het onderzoek zijn onder meer fabrieksarbeiders en personen werkzaam in de bouw.

Redactie Personeelsnet
Doorsturen:

Neem een abonnement en download 445 exclusieve vakartikelen en 302 actuele HR-instrumenten!

Wilt u als HR-professional ook niks meer missen op uw vakgebied?