De toekomstvoorspellers van het Centraal Planbureau zaten er in 2009 flink naast. Terwijl de economie toen met 3,5% kromp, steeg de werkloosheid met slechts 1,6%; veel minder dan verwacht. De rekenmeesters van het CPB hebben hun cijfers nog eens doorgespit en hebben nu een verklaring gevonden voor het falen van hun voorspellingen: werkgevers hebben in 2009 "arbeid gehamsterd". Voor het CPB is de arbeidsmarkt "een puzzel". Nadat hun economen er zo naast zaten met hun voorspellingen, heeft het planbureau nader onderzoek gedaan. Hamsteren van arbeid De rekenmeesters hebben allerlei verklaringen onderzocht waarom de werkloosheid in 2009 veel minder steeg dan verwacht: zoals de deeltijd-WW en het grote aantal ZZP-ers dat minder werk zou hebben gekregen. Op basis van een nadere analyse concludeert het CPB dat deze factoren niet de belangrijkste verklaring zijn voor het achterblijven van de werkloosheid. Nu noemen de CPB-economen "het hamsteren van arbeid" als de verklaring voor de lage werkloosheid. "Aan de vooravond van de Grote Recessie hadden bedrijven moeite om aan geschikt personeel te komen. Tijdens de recessie kozen zij ervoor om het met moeite gevonden en aangetrokken personeel zo lang mogelijk in dienst te houden. Zij ‘hamsterden’ dus arbeid: ze hielden meer personeel in dienst dan gezien het productieniveau strikt noodzakelijk was." Ontslag is duur Het CPB constateert dat bedrijven hun "hun duur geworven personeel niet zomaar" ontslaan. "Ontslag, het vinden van geschikt personeel of het inwerken van nieuwe werknemers kost tijd en moeite en daarmee geld. Daarom kan het aantrekkelijk zijn een overbodige werknemer toch in dienst te houden, ook al lopen de loonkosten dan gewoon door. Er is namelijk altijd een kans dat de desbetreffende persoon in de toekomst weer nodig is en door hem nu niet te ontslaan, worden diverse kosten vermeden. Bovendien kan een ‘overbodige werknemer’ zich wellicht tijdelijk bezighouden met andere zinvolle, maar niet direct productieve taken, zoals onderhoud van machines, opruimen of het bijwerken van de administratie. Daarnaast kunnen werkgevers niet zomaar een werknemer op straat zetten of de contractuele arbeidsduur verkorten. Na een onverwachte verslechtering van de economische vooruitzichten zal het daarom altijd enkele maanden tot kwartalen duren voor de werkgelegenheid begint terug te lopen. En volgend jaar? Omdat bedrijven er in 2009 financieel goed voorstonden, konden ze het zich veroorloven personeel in dienst te houden toen er onvoldoende werk was. Maar hoe zal het volgend jaar gaan als Nederland mogelijk met een nieuwe recessie te maken krijgt? Het CPB heeft zijn rekenmodellen inmiddels wat aangepast, maar blijkt voorzichtiger geworden met zijn voorspellingen. "Bij een volgende negatieve schok zou de werkloosheid daarom wel eens sterker kunnen oplopen", vermoedt het CPB. Bedrijven kunnen weleens uitgehamsterd zijn omdat hun winsten de afgelopen jaren zijn achtergebleven en zij géén personeelstekorten hebben ervaren.
De toekomstvoorspellers van het Centraal Planbureau zaten er in 2009 flink naast. Terwijl de economie toen met 3,5% kromp, steeg de werkloosheid met slechts 1,6%; veel minder dan verwacht.
De rekenmeesters van het CPB hebben hun cijfers nog eens doorgespit en hebben nu een verklaring gevonden voor het falen van hun voorspellingen: werkgevers hebben in 2009 "arbeid gehamsterd".
Voor het CPB is de arbeidsmarkt "een puzzel". Nadat hun economen er zo naast zaten met hun voorspellingen, heeft het planbureau nader onderzoek gedaan.
Hamsteren van arbeid
De rekenmeesters hebben allerlei verklaringen onderzocht waarom de werkloosheid in 2009 veel minder steeg dan verwacht: zoals de deeltijd-WW en het grote aantal ZZP-ers dat minder werk zou hebben gekregen. Op basis van een nadere analyse concludeert het CPB dat deze factoren niet de belangrijkste verklaring zijn voor het achterblijven van de werkloosheid.
Nu noemen de CPB-economen "het hamsteren van arbeid" als de verklaring voor de lage werkloosheid. "Aan de vooravond van de Grote Recessie hadden bedrijven moeite om aan geschikt personeel te komen. Tijdens de recessie kozen zij ervoor om het met moeite gevonden en aangetrokken personeel zo lang mogelijk in dienst te houden. Zij ‘hamsterden’ dus arbeid: ze hielden meer personeel in dienst dan gezien het productieniveau strikt noodzakelijk was."
Ontslag is duur
Het CPB constateert dat bedrijven hun "hun duur geworven personeel niet zomaar" ontslaan.
"Ontslag, het vinden van geschikt personeel of het inwerken van nieuwe werknemers kost tijd en moeite en daarmee geld. Daarom kan het aantrekkelijk zijn een overbodige werknemer toch in dienst te houden, ook al lopen de loonkosten dan gewoon door. Er is namelijk altijd een kans dat de desbetreffende persoon in de toekomst weer nodig is en door hem nu niet te ontslaan, worden diverse kosten vermeden. Bovendien kan een ‘overbodige werknemer’ zich wellicht tijdelijk bezighouden met andere zinvolle, maar niet direct productieve taken, zoals onderhoud van machines, opruimen of het bijwerken van de administratie. Daarnaast kunnen werkgevers niet zomaar een werknemer op straat zetten of de contractuele arbeidsduur verkorten. Na een onverwachte verslechtering van de economische vooruitzichten zal het daarom altijd enkele maanden tot kwartalen duren voor de werkgelegenheid begint terug te lopen.
Het CPB heeft zijn rekenmodellen inmiddels wat aangepast, maar blijkt voorzichtiger geworden met zijn voorspellingen.
"Bij een volgende negatieve schok zou de werkloosheid daarom wel eens sterker kunnen oplopen", vermoedt het CPB. Bedrijven kunnen weleens uitgehamsterd zijn omdat hun winsten de afgelopen jaren zijn achtergebleven en zij géén personeelstekorten hebben ervaren.