Het Nederlandse pensioenstelsel gaat aanzienlijk veranderen door de invoering van de Wet toekomst pensioenen. Deze wet verplicht werkgevers om hun bestaande pensioenregelingen vóór 1 januari 2027 te herzien. Afhankelijk van de politieke ontwikkelingen kan deze deadline mogelijk wel worden uitgesteld.
Het kiezen van de juiste pensioenovereenkomst is cruciaal en complex. In veel gevallen hebben werkgevers (en werknemers) geen keuze: zij vallen onder een (sector)-cao met een bijbehorend bedrijfstakpensioenfonds. In dat geval worden de keuzes bepaald door de sociale partners (vakbonden en werkgeversorganisaties) die in de besturen van de pensioenfondsen zitting hebben.
In andere gevallen, moeten werkgevers alle opties zorgvuldig afwegen om een regeling te kiezen die het beste past bij hun organisatie en de behoeften van hun werknemers. De keuzes die ze maken zullen een langdurige impact hebben op de financiële toekomst van hun personeel. Maar de keuze wordt ook begrensd door de middelen die de werkgever ter beschikking heeft voor de pensioenopbouw van de medewerkers.
Drie nieuwe pensioenovereenkomsten
De Wet toekomst pensioenen kent drie verschillende pensioenovereenkomsten, waarvan het derde type is voorbehouden aan pensioenen via een verzekeraar of een Premiepensioeninstelling (PPI):
De Solidaire premieovereenkomst |
Deze overeenkomst kenmerkt zich door een leeftijdsafhankelijke toedeling van rendementen en een verplichte solidariteitsreserve. Deze reserve helpt om pensioenuitkeringen te stabiliseren, waarbij het rendement eerst wordt toebedeeld aan leeftijdscohorten en vervolgens aan persoonlijke pensioenvermogens. |
De Flexibele premieovereenkomst |
Deze optie biedt werknemers meer keuzevrijheid, met mogelijkheden voor zowel vaste als variabele uitkeringen en diverse beleggingsprofielen. De premies worden belegd volgens een lifecycle-aanpak, waarbij het risico afneemt naarmate de pensioenleeftijd nadert. |
De Premie-uitkeringsovereenkomst |
Dit type overeenkomst is niet wezenlijk veranderd. Het pensioen wordt uitgevoerd door een verzekeraar of een Premiepensioeninstelling (PPI), waarbij de werkgever een vastgestelde premie voor de werknemer inlegt. Op de pensioendatum wordt de totale premie, samen met het opgebouwde rendement, omgezet in een pensioenuitkering. |
Factoren voor de keuze van een pensioenregeling
De keuze voor een specifieke pensioenregeling hangt af van verschillende factoren, waaronder kosteneffectiviteit, stabiliteit van de premieontwikkeling, transparantie van de regeling, en de mate waarin deze aansluit bij de voorkeuren van werkenden en de sectorale kenmerken.
De meeste werkgevers volgen het aanbod van hun huidige pensioenuitvoerders en de afspraken binnen hun sector. Organisaties die onder een sector-CAO vallen, zullen dan merken dat vakbonden een sterke voorkeur hebben voor de solidaire premieovereenkomst, vanwege de nadruk op de collectieve deling van risico’s.