De kabinetsplannen om de AOW-leeftijd sneller te verhogen waren al bekend, maar nu is ook het parlement hiermee akkoord. Daardoor gaat de AOW vanaf 2016 versneld omhoog naar 67 jaar in 2021. Wel komt er een ruimere overbruggingsregeling.
De Tweede Kamer stemde met brede meerderheid in met het wetsvoorstel van staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De fracties van onder andere VVD, PvdA waren voor, maar ook oppositiepartijen D66, CDA, GroenLinks en de SGP steunen het voorstel.
Tijdpad AOW-leeftijd naar 67 in 2021
De AOW-leeftijd wordt vanaf 2016 in stappen van 3 maanden verhoogd en vanaf 2018 in stappen van 4 maanden. Daarmee wordt de AOW-leeftijd 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Vanaf 2022 wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
De verhoging verloopt volgens het onderstaande tijdspad.
Tijdpad verhoging AOW-leeftijd (laatste versie 27 maart 2015) |
|||
Verhoging per: |
Verhoging in maanden: |
AOW-leeftijd: |
Betreft personen geboren: |
2013 |
1 |
65 +1 maand |
na 31 december 1947 en voor 1 december 1948 |
2014 |
1 |
65 + 2 maanden |
na 30 november 1948 en voor 1 november 1949 |
2015 |
1 |
65 + 3 maanden |
na 31 oktober 1949 en voor 1 oktober 1950 |
2016 |
3 |
65 + 6 maanden |
na 30 september 1950 en voor 1 juli 1951 |
2017 |
3 |
65 +9 maanden |
na 30 juni 1951 en voor 1 april 1952 |
2018 |
3 |
66 |
na 31 maart 1952 en voor 1 januari 1953 |
2019 |
4 |
66 + 4 maanden |
na 31 december 1952 en voor 1 september 1953 |
2020 |
4 |
66 +8 maanden |
na 31 augustus 1953 en voor 1 mei 1954 |
2021 |
4 |
67 |
na 30 april 1954 en voor januari 1955 |
Ruimere overbruggingsregeling
De Tweede Kamer heeft aangedrongen op een ruimere overbruggingsregeling voor mensen met een laag inkomen en de staatssecretaris stemde daarmee in. Aanvankelijk zou de huidige overbruggingsregeling in 2019 eindigen, maar dit wordt 2023.
Bovendien wordt de regeling ook opengesteld voor mensen die tussen 1 januari 2013 en 1 juli 2015 met VUT of vroegpensioen zijn gegaan voor het AOW-gat dat door de versnelde verhoging ontstaat. De oorspronkelijke overbruggingsregeling gold alleen voor mensen die vóór 2013 met vervroegd pensioen waren gegaan.
Inhoud overbruggingsregeling
Om te voorkomen dat mensen die zich niet hebben kunnen voorbereiden op de verhoging van de AOW-leeftijd een al te grote inkomensterugval krijgen, geldt de een overbruggingsregeling. Deze regeling biedt mensen die geen of te weinig (gezamenlijk) inkomen hebben in de periode tussen 65 jaar en de verhoogde AOW-leeftijd ter overbrugging een uitkering op minimumniveau.
Voor alleenstaanden is de inkomensgrens tot 200% van het wettelijk minimumloon (WML). Dat is een bruto maandbedrag van € 3.003,60. Voor samenwonenden geldt een gezamenlijk inkomensgrens van 300% van het WML. Dat is een bruto maandbedrag van € 4.505,40.