Hoe ouder, hoe strammer? In werkelijkheid gaat onze lichamelijke gezondheid tussen 50 en 74 jaar maar langzaam achteruit. De meeste oudere werknemers zijn dan ook voldoende gezond om te kunnen blijven werken. Bovendien lukt het ook mensen die minder gezond zijn om aan de slag te blijven. Maar niet iedereen kan zomaar doorwerken, want er zijn grote verschillen tussen bevolkingsgroepen.
Demograaf Michaël Boissonneault onderzocht of de afnemende gezondheid van oudere werknemers een belemmering vormt om langer door te werken. Hij concludeert dat dit gemiddeld genomen geen groot probleem is en dat een hogere pensioenleeftijd tot een toename van de arbeidsparticipatie van ouderen kan leiden. Boissonneault promoveert 12 juli met zijn onderzoek bij de Rijksuniversiteit Groningen.
Pensioenleeftijd kan nog best stijgen
Hoewel sommige mensen problemen kunnen ondervinden bij het langer moeten werken als gevolg van stijgende pensioenleeftijden, geldt voor de bevolking als geheel dat gezondheid maar in beperkte mate een belemmering vormt.
Het is dus zeker mogelijk om de arbeidscapaciteit van een land te vergroten door de pensioenleeftijd te verhogen. De meeste oudere werknemers kunnen langer doorwerken omdat ernstige gezondheidsproblemen zich doorgaans pas voordoen op hoge leeftijd, ver voorbij de pensioenleeftijd. Dit is zeker het geval wat betreft lichamelijke gezondheid. Psychische gezondheid vormt mogelijk een groter probleem voor een hogere pensioenleeftijd dan lichamelijke gezondheid, concludeert Boissonneault.
Niet alleen positief
Maar beleidsmakers en pensioenbestuurders moeten niet te vroeg juichen. Want, hoewel lichamelijke gezondheid geen belangrijk obstakel lijkt te vormen voor een hogere pensioenleeftijd, kan hetzelfde niet met even veel zekerheid worden gezegd over psychische gezondheid.
Bovendien zijn er mensen die de laatste fase van hun carrière ingaan met een slechte of verslechterende gezondheid, die geen andere keuze hebben dan te stoppen met werken vóór de officiële pensioengerechtigde leeftijd en afhankelijk worden van sociale uitkeringen. Dit zijn vooral mensen met een sociaaleconomische achterstand.
Gezondheid verder bevorderen
In plaats van een algehele rem op de stijging van de pensioenleeftijd voor iedereen zou het beleid zich moeten richten op verbetering van de gezondheid en aanpassing van arbeidsomstandigheden voor specifiek deze groep, aldus Boissonneault. Wel bestaat het risico dat mensen toch hun pensioen niet werkend halen. Dat kan dan betekenen dat een groter beroep wordt gedaan op werkloosheids- en arbeidsloosheidsuitkeringen voordat men de pensioenleeftijd bereikt.
Om dat te voorkomen, moet meer aandacht worden besteed aan de relatie tussen werk en gezondheid vóórdat men de laatste fase van de carrière bereikt. Het is daarom van belang om:
MIS NIKS: Abonneer je op de gratis Personeelsnet-nieuwsbrief