Het kabinet heeft grote plannen met de sociale zekerheid en de arbeidsmarkt. Vooruitlopend op deze grotere veranderingen, gaan in 2013 ook al de nodige wijzigingen van kracht waar u als HR-professional vanaf moet weten.
Nog voordat het kabinet met de grote stelselwijzigingen begint, is er al een indrukwekkende lijst met veranderingen van sociale en fiscale wetten, die voor de HR-professional van belang zijn. Een deel van de regels is al in oktober 2012 ingegaan, maar het grootste deel is sinds 1 januari 2013 van kracht geworden.
Hieronder zet Personeelsnet de belangrijkste wijzigingen voor HR-professionals in 2013 op een rij.
Verbod vragen naar gezondheid sollicitant duidelijker
U mag als werkgever tijdens een sollicitatiegesprek geen vragen stellen over gezondheid en ziekte(verzuim) van een sollicitant. Dat mocht al nooit, maar dit verbod staat sinds 1 oktober 2012 duidelijker in de wet.
Voorheen stond in de wet een verbod op het stellen van gezondheidsvragen bij andere beoordelingen dan een medische keuring. Door de termen 'andere beoordelingen' en 'medische keuring' niet meer in de wet te gebruiken, moet duidelijk worden dat het begrip 'keuring' ook betrekking heeft op gezondheidsvragen in sollicitatiegesprekken.
Landelijk diplomaregister
Sinds oktober 2012 is er een centraal landelijk diplomaregister. In dit digitale register kunnen werknemers hun eigen diplomagegevens bekijken en een digitaal uittreksel naar de werkgever sturen. De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) beheert het register. Werkgevers kunnen daar overigens niet de diplomagegevens van (potentiële) werknemers bekijken.
Vrije ruimte Werkkostenregeling gaat omhoog
De vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) gaat omhoog van 1,4% naar 1,5%. De forfaitaire ruimte is het percentage van het totale fiscale loon (vrije ruimte) dat u als werkgever mag gebruiken voor onbelaste onkostenvergoedingen en verstrekkingen voor uw personeel.
Nu mogen werkgevers nog kiezen of ze meedoen met de werkkostenregeling, maar vanaf 2014 is de WKR definitief verplicht voor alle werkgevers. Bij organisaties die nog niet werken met de WKR, moeten HR-professionals dit jaar dus definitief aan de slag om de WKR in te voeren.
Kinderopvangtoeslag 1e kind gaat omlaag
De kinderopvangtoeslag voor het 1e kind gaat omlaag. Het ‘1e kind’ hoeft overigens niet het oudste kind te zijn, maar is het kind met de meeste opvanguren.
AOW-leeftijd gaat omhoog
Vanaf 1 januari 2013 gaat de AOW-leeftijd in stappen omhoog. De AOW wordt verhoogd volgens het volgende schema:
Loonstrookje wordt eenvoudiger (Wet uniformering loonbegrip)
Het loonstrookje wordt korter en eenvoudiger. Er komt vanaf 2013 één uniform loonbegrip. Dit betekent dat de grondslagen gelijk zijn voor het berekenen van het loon voor de:
Nu worden nog verschillende definities en berekeningen gehanteerd. De verschillende tussenberekeningen tussen bruto- en nettoloon vervallen.
Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet
De inkomensafhankelijke bijdrage voor Zorgverzekeringswet (Zvw) verdwijnt van het loonstrookje. In plaats van de inhouding Zvw op het loon van werknemers, betaalt de werkgever direct aan de Belastingdienst een werkgeversheffing.
Inleg en opname levensloopregeling
Deelname aan de levensloopregeling is alleen nog mogelijk voor bestaande spaarders.
Ziektewet wordt aangepast om flexwerkers sneller te re-integreren
Flexwerkers die aan het eind van hun contractduur ziek zijn, ‘verdwijnen’ in de Ziektewet, waarna re-integratie heel lastig wordt. Werkgevers gaan daarom een hogere premie betalen als er meer werknemers met een tijdelijk dienstverband in de Ziektewet (ZW) of WIA zitten.
Proefplaatsing werkloze of gedeeltelijk arbeidsgeschikte
De werkgever die een werkloze of gedeeltelijk arbeidsgeschikte wil aannemen, mag eerst een onbetaalde proefplaatsing aanbieden. De duur van de proefplaatsing gaat per 1 januari 2013 van 3 naar 2 maanden, maar de proefplaatsing kan op uw verzoek verlengd worden tot maximaal 6 maanden.
De kandidaat-werknemer houdt in die periode zijn uitkering. Het doel is dat de werkgever hem na de proefperiode een dienstbetrekking aanbiedt. Het UWV moet vooraf toestemming geven voor de proefplaatsing.
Premiekorting werkgever voor arbeidsgehandicapte of werkloze oudere
De werkgever krijgt een mobiliteitsbonus (door middel van lagere premies) voor het in dienst nemen van een uitkeringsgerechtigde van 50 jaar of ouder of een arbeidsgehandicapte. De premiekorting geldt voor maximaal drie jaar en bedraagt:
De premiekorting voor het in dienst hebben van een werknemer van 62 jaar of ouder, komt hiermee te vervallen.
Invoering werkbonus werknemer
Er komt een werkbonus voor oudere werknemers en oudere zelfstandigen zonder personeel, met een laag inkomen. Het maximum van de werkbonus is € 1.100. De oudere werknemer ontvangt een werkbonus als:
De tot 2012 bestaande doorwerkbonus verdwijnt.
Startersregeling in de WW wordt eenvoudiger
Werklozen die vanuit de WW een eigen bedrijf willen beginnen, krijgen het een beetje makkelijker. De startersregeling in de Werkloosheidswet (WW) wordt namelijk eenvoudiger.
In plaats van inkomstenverrekening achteraf, wordt hun WW-uitkering tijdens de startperiode van 26 weken gekort met een vaste korting van 29%. De starter houdt dan het recht op de WW-uitkering, maar ontvangt een WW-uitkering die 29% lager is.
Zzp’er moet VAR steeds opnieuw aanvragen
Opdrachtgevers die met zzp’ers werken, vragen om een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR). De opdrachtgever moet namelijk weten of de Belastingdienst de freelancer ziet als ondernemer of als werknemer in loondienst.
Tot nu toe werd er onder voorwaarden een nieuwe VAR gestuurd door de Belastingdienst, maar de zzp'er of freelancer ontvangt de VAR vanaf 1 januari 2013 niet meer automatisch.
Fraude arbeidswetgeving wordt steviger aangepakt
Bedrijven moeten rekening houden met zwaardere sancties bij de overtreding van arbeidsmarktregels, zoals ernstige onderbetaling of ontduiking van regels voor tewerkstelling van buitenlandse werknemers:
Dienstauto’s: bpm wordt belasting op basis CO2-uitstoot
Voor werkgevers met dienstauto’s is het belangrijk te weten dat de aanschafbelasting op personenauto's en motorrijwielen (bpm) niet langer wordt gebaseerd op de catalogusprijs, maar op de CO2-uitstoot (zuinigheid).