Werkgevers en vakbonden adviseren het (toekomstige) kabinet om de arbeidsmarkt verder op te schudden. Flexwerk wordt gereguleerd, waarbij het Nul-urencontract verdwijnt. Aan de andere kant kunnen werkgevers de arbeidsduur van vaste contracten tijdelijk beperken, waarbij een overheidsfonds de lonen doorbetaalt. Verder kunnen werkgevers de verantwoordelijkheid en bijbehorende verplichtingen voor begeleiding van langdurig zieke medewerkers overdragen aan een verzekeringsmaatschappij. De belangrijkste voorstellen van de SER, zet Personeelsnet hier op een rij.
De Sociaal Economische Raad (SER) constateert dat veel mensen in onzekerheid verkeren over hun baan en hun toekomst. Tegelijk staan we voor uitdagingen als de energietransitie, de introductie van nieuwe technologieën, digitalisering en de vergrijzing van onze bevolking.
Met het vandaag gepresenteerde advies Zekerheid voor mensen, een wendbare economie en herstel van de samenleving (PDF) moet daarom meer werk- en inkomenszekerheid ontstaan, waarbij concurrentie op arbeidsvoorwaarden wordt voorkomen. Daarbij moeten faciliteiten komen voor mensen die van baan moeten veranderen zodat er altijd uitzicht is op nieuw werk. Ook moet er aandacht zijn voor beter onderwijs en de kindvoorzieningen. Ook moeten minimumloon en uitkeringen omhoog, vindt de SER.
Arbeidsmarkt, inkomensbeleid en gelijke kansen
Als mensen structureel werk doen, moet dat in principe worden georganiseerd op basis van arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Andere contractvormen worden beter gereguleerd ten behoeve van inzet waar dat nodig is, en worden niet meer gebruikt om te concurreren op arbeidsvoorwaarden. Daarnaast moet een betere van-werk-naar-werk infrastructuur mensen helpen die van baan moeten veranderen of geen werk hebben. Het arbeidsmarktbeleid moet kansenongelijkheid tegengaan en ervoor zorgen dat mensen werk en privé beter kunnen combineren.
De SER wil flexibele arbeidsrelaties terugdringen en vaste contracten voor werkgevers aantrekkelijker maken. Arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd worden straks flexibeler. Het wordt minder aantrekkelijk om zzp’ers in te huren (tegen lage tarieven). Zzp’ers krijgen (daardoor) ook gelijkwaardiger sociale zekerheid.
Gevolgen voor (inhuur) zelfstandigen
Zelfstandigen worden daarom verplicht zich te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid om oneerlijke concurrentie en te grote inkomensrisico’s voor individuen te voorkomen. Ook komt er een regeling voor het wegvallen van omzet (zoals de TOZO). Verder moeten zij mogelijk verplicht gaan sparen voor hun pensioen.
Zelfstandigen die werken onder het tarief van 30,- á 35,- euro per uur (conform het maximumdagloon) worden beschouwd als werknemers. Indien de werkende meent dat hij/zij werknemer is, is het aan de opdrachtgever voor de rechter te bewijzen dat dit niet het geval is. Bij tarieven boven het maximumdagloon verandert er in principe niets. Disputen over de aard van de arbeidsrelatie worden tussen contractpartijen civielrechtelijk beslecht. De verdere ontwikkeling van een webmodule kan bijdragen aan het verkrijgen van duidelijkheid vooraf over de aard van de arbeidsrelatie.
De belangrijkste SER-voorstellen over de arbeidsmarkt op een rij |
Contractvormen, uitzendwerk en arbeidsmarktcode |
Tijdelijke contracten: er mogen drie tijdelijke contracten worden aangegaan gedurende maximaal 3 jaar. Permanente tijdelijkheid van werk bij dezelfde werkgever is niet meer mogelijk doordat de onderbrekingstermijn wettelijk komt te vervallen, behalve een onderbrekingstermijn voor scholieren en studenten van 6 maanden en een onderbrekingstermijn voor seizoensarbeid van 3 maanden. |
Oproepcontracten en Nul-urencontracten: Oproep- en nul-urencontracten worden afgeschaft en vervangen door basiscontracten met ten minste een kwartaalurennorm waardoor het loon van een werknemer voorspelbaar is. Daarvoor geldt het gemiddeld aantal uren waarover loon is betaald in een kwartaal als basis voor de opvolgende kwartaalurennorm (rechtsvermoeden arbeidsomvang). |
Uitzendarbeid: De SER stelt voor om de markt voor uitzendwerk beter te reguleren, uitsluitend betrouwbare uitzendorganisaties. Een belangrijke stap daarin is verplichte certificering van uitzendbureaus en andere partijen die bemiddelen in arbeid om op de Nederlandse markt te kunnen opereren. Strikte handhaving is hierbij noodzakelijk. |
Code verantwoord arbeidsmarktgedrag: Deze code moet voor werkgevers, opdrachtgevers en werknemers bindend en handhaafbaar zijn. Verbonden aan de code komt er een Codekamer met een onafhankelijke voorzitter bij de Stichting of de SER. |
Voorstellen om contracten voor onbepaalde tijd aantrekkelijker te maken voor de werkgever |
Wendbaarheid: De onderneming mag eenzijdig de arbeidsduur (tijdelijk) voor alle werknemers met maximaal 20 procent verlagen bij bedrijfseconomische omstandigheden die anders tot ontslag zouden hebben geleid. De werkgever kan hiertoe eenzijdig besluiten, indien het loon volledig wordt doorbetaald. In overleg met de vakbonden kan hiervan worden afgeweken. |
Van ontslag naar werk-naar-werk: Werkgever en werknemer kunnen met wederzijds goedvinden bij dreigend ontslag kiezen voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst met inbegrip van een van-werk-naar-werk-route. De transitievergoeding kan dan achterwege blijven. |
Maatschappelijk verlof: De raad zal op korte termijn advies uitbrengen over het stroomlijnen van de huidige verlofregelingen met oog voor de aard van de verschillende vormen van verlof met een maatschappelijk karakter, zoals geboorteverlof, vaderschapsverlof, calamiteitenverlof, zorgverlof, etc. in een nieuwe regeling Maatschappelijk Verlof. |
Ziekte en arbeidsongeschiktheid: Bij ziekte is de inzet primair gericht op herstel en terugkeer van de werknemer. Werkgevers blijven verantwoordelijk voor twee jaar loondoorbetaling bij ziekte en voor het verloop van het re-integratieproces. Middels een verzekering kunnen werkgevers deze verantwoordelijkheid en bijbehorende verplichtingen overdragen. De werknemer blijft in dienst bij de werkgever, maar de verzekeringsmaatschappij neemt de verantwoordelijkheid voor de loondoorbetaling en de werkgeversverantwoordelijkheid voor de re-integratie over. |
Hervorming Pensioenstelsel: Het volgende kabinet moet doorpakken met de verdere uitwerking en implementatie van het pensioenakkoord en alle afspraken die in dat kader zijn gemaakt. Ten aanzien van een mogelijke regeling voor vervroegde uittreding na 45 dienstjaren is het van belang dat er open overleg plaatsvindt tussen de nieuwe minister van SZW en de sociale partners. |