Inkomensgrens 100.000 euro

Nu mag nog 2,15 procent van het jaarsalaris belastingvrij worden gespaard voor het pensioen. Vanaf 2015 wil het kabinet dit verlagen naar 1,75 procent. Wie dit percentage veertig jaar lang achtereen spaart, komt gemiddeld uit op 70 procent van het gemiddelde loon. Zo is de redenering van het kabinet, dat inkomens van 100.000 euro en meer wil 'aftoppen'. Boven dit bedrag kan helemaal niet meer fiscaal gunstig worden gespaard.

Wientjes en Heerts
Maar Bernard Wientjes en Ton Heerts, voorzitters van de Stichting van de Arbeid (STvdA), vrezen dat veel mensen dan in de problemen komen met een opbouwpercentage van 1,75 procent. Werkenden hebben vaker dan vroeger wisselende inkomens, werken perioden niet, langer of korter. De sociale partners hebben geconstateerd, dat met de beschikbare structurele ruimte van 250 miljoen euro, een hoger belastingvrij percentage kan worden gerealiseerd. Namelijk 1,85 procent. Dat moet dan voor alle inkomens, boven en onder de 100.000 euro, gelden. Volgens de STvdA kan dit hogere percentage via extra fiscaal gunstige spaarregelingen worden behaald.

Sociaal akkoord
De voorstellen zijn de uitkomst van de uitwerking van het sociaal akkoord. Hierin werd afgesproken dat er structureel 250 miljoen euro minder bezuinigd zou worden op de pensioenplannen van het kabinet. De sociale partners mochten het bedrag gebruiken om het regeerakkoord te voorzien van aanvullingen of om alternatieven te bedenken.

Streven is hogere opbouw
Het streven van de sociale partners is een hogere opbouw dan 1,85 procent. De STvdA is momenteel aan het onderzoeken waar de financiële ruimte is om dit te financieren. Gedacht wordt aan het vrijvallen van de VPL-premies (voor vut en prepensioen) in 2021. Deze miljardenmeevaller valt volgens de sociale partners binnen het pensioendomein, waardoor er geen beroep gedaan wordt op aanvullende middelen.