Een vakantie in een ver buitenland zit er dit jaar voor veel Nederlanders waarschijnlijk niet in. Maar werknemers die eind mei hun vakantiegeld ontvangen, kunnen toch een meevaller tegemoet zien. Want het netto vakantiegeld valt hoger uit dan vorig jaar. De betaling van vakantiegeld uitstellen vanwege de coronacrisis, is niet goed mogelijk. Wettelijk moet het vakantiegeld uiterlijk in juni zijn uitgekeerd.
Mensen met lager betaalde parttimebanen tussen de 1.000 en de 1.250 euro per maand hebben pech: zij leveren ten opzichte van 2019 enkele euro’s in. Dat blijkt uit berekeningen van HR- en salarisdienstverlener ADP.
Lagere belasting bijzondere beloningen
De meevaller wordt veroorzaakt door het belastingpercentage voor bijzondere beloningen, waaronder het vakantiegeld, dat in veel gevallen lager uitvalt dan in 2019. Minimumloners (21.069 euro per jaar) houden bijna 30 euro meer vakantiegeld over en voor werknemers met een modaal inkomen (36.500 euro per jaar) geldt een plus van iets meer dan 6 euro. Twee keer modaal en hoger profiteert verhoudingsgewijs het meest: doordat het tarief met 2,25 procentpunt daalt, houden zij zeker 120 euro meer over.
Daar tegenover staat dus de groep die te maken krijgt met een tariefverhoging en onvoldoende baat heeft van de hogere arbeidskorting. Lagere, parttime lonen tussen de 12.960 en de 16.200 per jaar leveren respectievelijk bijna 6 en ruim 7 euro van het vakantiegeld in.
Uitstel vakantiegeld bij financiële problemen geen optie
Voor werkgevers die ondanks de steunmaatregelen van de overheid door de coronacrisis in financiële problemen dreigen te komen, zal de uitbetaling van het vakantiegeld een behoorlijke opgave zijn. Toch zijn er wettelijk gezien amper mogelijkheden om hier onderuit te komen, stelt Dik van Leeuwerden, verantwoordelijk voor wet- en regelgeving bij ADP Nederland. Werkgevers zijn namelijk wettelijk verplicht om het vakantiegeld uiterlijk in juni uit te keren.
“Sterker nog, als het contractueel is vastgelegd dat het in mei wordt uitgekeerd, dan moet het ook in mei betaald worden. Ook als mei niet in het contract wordt genoemd, kan er sprake zijn van gewoonterecht.
Ga met werknemers in gesprek
Arbeidsrechtelijk gezien heeft de werkgever dus amper mogelijkheden om het vakantiegeld uit te stellen, tenzij het kabinet met een noodwet komt”, legt Van Leeuwerden uit. Daar is op dit moment nog geen sprake van, hoewel sommige vakbonden hebben aangegeven zich gezien de omstandigheden hierbij te kunnen neerleggen.
Van Leeuwerden: “Wettelijk is er misschien geen ruimte om eenzijdig te besluiten het vakantiegeld uit te stellen, maar werkgevers zijn altijd vrij om hierover met werknemers in gesprek te gaan om samen tot een oplossing te komen.”
Individueel keuzebudget populairder
ADP signaleert overigens een trend dat het traditionele vakantiegeld in mei minder populair wordt nu steeds meer bedrijven en organisaties een zogenaamd ‘individueel keuzebudget’ hebben ingevoerd. De werkgever stort een evenredig deel van het vakantiegeld en eventuele eindejaarsuitkering maandelijks in een ‘spaarpotje’.
Het is dan aan de werknemer, binnen de spelregels van het keuzebudget, wanneer en hoe het bedrag wordt uitgekeerd. “Je kunt er bijvoorbeeld voor kiezen om het te laten uitbetalen vanwege een onverwachte grote uitgave of belastingvrij opnemen in verband met de kosten van een studie”, volgens Dik van Leeuwerden.