Veel veranderingen voor HR in verkiezingsprogramma’s
Als het aan de politieke partijen ligt, verandert er straks veel voor de HR praktijk. Er komen lossere arbeidsrelaties en we moeten langer doorwerken. Sommige partijen strooien met fiscale cadeautjes, terwijl andere de topinkomens juist extra gaan belasten.
- Dat blijkt uit een inventarisatie van de verkiezingsprogramma’s van de VVD, SP, PvdA, PVV, CDA en D66 door HR- en salarisdienstverlener ADP. Wat er van de plannen na de verkiezingen doorgaat, is nu nog niet precies te zeggen. Maar ADP verwacht wel enkele grote veranderingen op het gebied van verloning en HR, gezien de bereidwilligheid van de verschillende partijen om daarover ander beleid te gaan voeren.
Arbeidscontracten en flexibel werken
- Momenteel mogen werkgevers maximaal drie keer een contract voor bepaalde tijd aanbieden. Maar de VVD en PvdA hebben zeer verschillende standpunten over de duur en verlengingsmogelijkheden van arbeidscontracten. Zo wil de VVD het mogelijk maken om opeenvolgende arbeidscontracten tot een maximale duur van vijf jaar te laten lopen. Maar de PvdA wil deze mogelijkheid juist beperken door tijdelijke contracten maximaal één jaar geldig te laten zijn, waarna een vast contract moet worden aangeboden. Slechts in bijzondere situaties wordt het mogelijk om twee tijdelijke contracten tot maximaal twee jaar aan te bieden.
- VVD, SP, PvdA en CDA willen flexibel werken stimuleren. Zo willen SP en CDA dat er meer mogelijkheden komen voor ouders om hun zorgtaken beter te combineren met hun werk. Het CDA wil verder het kraamverlof voor vaders van twee naar vijf dagen verlengen.
Belastingen, bonussen en veelverdieners
- De VVD heeft het plan om de belasting te verlagen en doet dat door de arbeidskorting te verhogen (de inmiddels veelbesproken '1000 euro extra' voor iedere werkende Nederlander).
- De SP wil dat werkgevers gaan meebetalen aan de werknemersverzekeringen.
- Verder wil de SP dat mensen die meer dan € 150.000,- verdienen, voortaan 65% belasting betalen op het deel dat daar boven komt.
- Ook de PvdA wil een ‘toptarief’ instellen, maar dan van 60% van het brutoloon boven de € 150.000,-.
- Het CDA is ook voor een solidariteitsheffing voor topinkomens, naast de instelling van een vlaktaks waarmee iedere werknemer 35% inkomensbelasting betaalt.
- De SP wil de minimumjeugdlonen vanaf 18 jaar op termijn gelijktrekken aan het minimumloon en een verbod op stukloon, zoals bij postbodes soms het geval is.
- De PvdA en de SP willen de topsalarissen in de publieke sector aan banden leggen. Als het aan de SP ligt, komt er ook een wettelijk verbod op bonussen in de financiële sector.
- De SP wil verder investeren in de Belastingdienst in plaats van bezuinigen, om zo de belastingopbrengsten te verhogen.
Maatregelen voor doelgroepen arbeidsmarkt
- De SP wil dat werkgevers in de sectoren waarin voornamelijk in loondienst wordt gewerkt, verplicht pensioenpremies en WIA-premies afdragen voor freelancers.
- Het CDA en D66 willen met enkele maatregelen werkgevers ertoe bewegen meer ouderen in dienst nemen. Ook willen deze partijen oudere werknemers fiscale voordelen geven op hun inkomstenbelasting om langer doorwerken te stimuleren.
- VVD en SP willen het voor werkgevers verder aantrekkelijker maken werknemers met een beperking aan te nemen.
- De PVV wil het UWV afschaffen en deze taken bij gemeenten leggen.
Pensioenleeftijd 65 of hoger
- Als het aan de PVV ligt, blijft de AOW leeftijd op 65 jaar staan. Eerder of later stoppen met werken wordt mogelijk met kortingen of opslagen. Ook de SP wil volgens haar programma in ieder geval tot 2020 vasthouden aan 65 jaar.
- De overige partijen staan voor een geleidelijke verhoging. Zo wil de VVD in 2018 de AOW leeftijd op 67 jaar brengen, om het daarna te koppelen aan de levensverwachting. PvdA, D66 en CDA kiezen voor een stapsgewijze verhoging naar 67 jaar, waarbij D66 en CDA keuzemogelijkheden willen bieden aan werknemers om het precieze moment van pensionering in te laten gaan.
Forensentaks
- Met uitzondering van D66 en in mindere mate het CDA (tot maximaal de vergoeding van het OV) willen alle partijen de onbelaste vergoeding van het woon-werkverkeer behouden, in tegenstelling wat er in het vijfpartijenakkoord is afgesproken.