Een ruime meerderheid van 85 procent van de thuiswerkende Nederlanders, wil voortaan zelf bepalen vanuit welke locatie zij werken. Alleen maar thuiswerken, heeft daarbij niet de voorkeur. Maar alle dagen terug naar kantoor, ziet een grote meerderheid gewoon niet meer gebeuren.
Dit blijkt uit onderzoek van HR-dienstverlener Visma | Raet onder ruim 1.250 Nederlandse medewerkers die (gedeeltelijk) thuiswerken over hoe zij werken zien tijdens en na de coronacrisis.
Door coronacrisis blijkt dat thuiswerken prima kan
Dankzij de coronacrisis heeft het gros van Nederland laten zien dat thuiswerken geen enkele belemmering hoeft te zijn voor hun werkzaamheden. Sterker nog, één op de vijf medewerkers (20%) verwacht ná de coronacrisis nog steeds overwegend vanuit huis te werken.
Voor de coronacrisis was het aandeel medewerkers dat overwegend thuis werkte slechts vier procent. Uitsluitend op kantoor werken gaat volgens een grote meerderheid van werkend Nederland (85%) niet meer gebeuren, maar uitsluitend vanuit huis ook niet (2%). Maar als het aan Nederland ligt, vinden we een gulden middenweg.
Grote steun voor wet thuiswerken
Onlangs kondigden D66 en GroenLinks aan dat ze van thuiswerken een recht voor medewerkers willen maken. Uit dit onderzoek blijkt dat werknemers de invoer van deze wet toejuichen. Momenteel is het nog zo dat medewerkers volgens de Wet Flexibel Werken officieel een schriftelijk verzoek moeten indienen om vanaf een andere locatie dan kantoor hun werkzaamheden uit te voeren. Daarvoor moet een medewerker wel minimaal al een half jaar in dienst zijn.
Volgens Joke van der Velpen van Visma | Raet ‘heeft de realiteit ons ingehaald’, omdat tijdens de coronacrisis al genoeg medewerkers met hun nieuwe baan zijn gestart die hun werklocatie nog nooit van dichtbij hebben gezien. “Zolang de werkzaamheden er niet onder lijden, is het belangrijk om met de tijd mee te gaan en flexibiliteit te bieden. Hiermee toon je ook goed werkgeverschap”, stelt Van der Velpen.